Brief

Blason   Abdij Saint-Joseph de Clairval

F-21150 Flavigny-sur-Ozerain

Frankrijk


Downloaden als pdf
[Cette lettre en français]
[This letter in English]
[Dieser Brief auf deutsch]
[Esta carta en español]
[Questa lettera in italiano]
31 maart 2021
Goede Week


Dierbare Vriend van de Abdij Saint-Joseph de Clairval,

Londen, 20 november 1581. De jury heeft zojuist haar vonnis geveld: Pater Edmond Campion en meerdere medeplichtigen worden schuldig bevonden aan hoogverraad en veroordeeld tot ophanging en het aan stukken snijden van hun lichaam. Campion zingt zijn vreugde uit: «Te Deum laudamus, Te Dominum confitemur» (U, God, loven wij. U, Heer, prijzen wij). Zijn confrater Sherwin vervolgt: «Hæc est dies quam fecit Dominus, exultemus et lætemur in ea» (Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt, wij zullen hem vieren in blijdschap). Waardig en met sereen gelaat, verklaart Campion in ieders naam: «Het is niet de dood die wij vrezen. Wij weten dat wij geen meester zijn van ons leven… Dit is het enige dat wij nu te zeggen hebben: door ons te veroordelen, veroordeelt u uw eigen voorouders – alle voormalige priesters, bisschoppen en koningen – al wie voorheen tot de glorie van Engeland behoorden, het eiland van de heiligen, het meest toegewijde kind van de Stoel van Petrus. Wat hebben wij trouwens verkondigd – ook al geeft u het de onuitstaanbare naam “verraad” – wat zij al niet verkondigd hadden? Veroordeeld worden omdat wij gesproken hebben zoals die grote lichten – niet alleen van Engeland, maar van de hele wereld – is voor ons zowel een vreugde als een eer». 

Edmond Campion werd in Londen geboren op 25 januari 1540. Op de leeftijd van negen of tien jaar, laat men hem in de leer gaan bij een handelaar. Maar bij het zien van zijn intellectuele capaciteiten, beslissen zijn ouders hem op school in te schrijven om grammatica te leren. Enkele jaren later, op 30 september 1553, wordt hij om zijn buitengewone gaven aangewezen om de gebruikelijke toespraak te houden bij de kroningprocessie van koningin Mary Tudor. In 1557, wordt de jonge Edmond als leerling toegelaten op het pas gestichte Sint-Jan-de-Dopercollege, waar hij een master in spraakkunst haalt en beschouwd wordt als de meest welsprekende persoon van zijn tijd. 

Diamant van Engeland

In 1558, sterft koningin Mary. Zij wordt door Elisabeth Tudor opgevolgd. In de eerste jaren van haar regering, legt zij een zeker religieuze verdraagzaamheid aan de dag. Later zal de koningin de anglicaanse godsdienst echter met ijzeren hand opleggen in heel het koninkrijk. Het is een compromis tussen het schismatieke regalisme van Hendrik VIII en het luthers protestantisme. Studenten die het baccalaureaat halen, moeten een eed afleggen die het geestelijk oppergezag van de koningin erkent. Door zijn talenten krijgt de jonge Campion smaak in succes en applaus en hij stemt erin toe de eed af te leggen. In 1566, wordt hij meester in de kunsten. Hij wordt in Oxford zo’n gewaardeerd professor dat de leerlingen zich fier “Campionists” noemen. Bij een bezoek van de koningin aan de universiteit valt op hem de keuze om haar toe te spreken. De koningin is onder de indruk van zijn toespraak en staatssecretaris Sir William Cecil aarzelt niet Campion één van de “diamanten van Engeland” te noemen. Edmond vervult enige tijd de rol van censor aan de universiteit, dat plaatst hem onmiddellijk onder de vicekanselier. De gunst van de wereld belet niet dat de jonge man ook wordt gewaardeerd voor zijn deugden: zuiverheid, nederigheid, bescheidenheid.

In zijn hart is Edmond echter katholiek en keurt hij de nieuwe godsdienst af. Zijn geest wordt heen en weer geslingerd tussen het succes van de wereld en de stem van zijn geweten, maar hij wacht af. Een ontmoeting met de bisschop van Gloucester, Richard Cheney, is voor hem een aanmoediging. Als enige onder de Elisabethaanse bisschoppen, wil hij trouw blijven aan het geloof van zijn vaderen, maar toch breekt hij niet met de anglicaanse Kerk. Hij wil zijn bisdom behouden, in de hoop op die manier goede invloed te kunnen uitoefenen. Bezield door dezelfde geest van het compromis, aanvaardt Edward in de lente van 1569, het diaconaat in de anglicaanse Kerk. Van dan af, laat wroeging hem niet meer los. Ondanks de druk die verschillende personen op hem uitoefenen, weigert hij telkens tot anglicaans priester gewijd te worden en vraagt zelfs toelating om het land voor enige tijd te verlaten. In september 1570, zal hij Oxford verlaten en gaat naar Ierland.

In Dublin kan Campion het katholiek geloof vrij beoefenen. Hij geniet van enkele maanden rust om een Geschiedenis van Ierland te schrijven. Doch, de koningin van Engeland slaagt erin, de Britse heerschappij en het anglicanisme ook aan het smaragdgroene eiland op te leggen. Campion die door de Engelse autoriteiten wordt gezocht, besluit incognito naar zijn geboorteland terug te keren. Hij scheept in met bestemming Engeland. Engelse officieren komen aan boord en laten weten dat zij een zekere Edmond Campion zoeken. Hij is doodsbang, maar probeert zich zelfs niet te verstoppen. Heel de duur van de zoektocht, wacht hij vredig op het dek en aanroept de heilige Patrick van wie hij de naam heeft geleend om niet herkend te worden. Van alle passagiers is hij de enige die niet wordt gefouilleerd. Hij kent die bescherming dan ook toe aan de grote apostel van Ierland.

Het college van Douai

Terug in Engeland, vindt Edmond het land in vuur en vlam: de excommunicatie van de koningin door de heilige Paus Pius V en de opstand van de katholieken in het Noorden veroorzaken een bloedige vervolging. In die situatie besluit Campion in juni 1571 naar het Engels college in Douai te gaan, een stad in het Spaanse Vlaanderen die een eeuw later Frans zal worden. Dit college was in 1568 gesticht om aan jonge Engelsen de katholieke opvoeding te geven die zij in hun geboorteland niet konden krijgen. Campion ziet er oude vrienden weer. De intellectuele opleiding is er zeer degelijk. De studie van de Heilige Schrift is van primordiaal belang zodat de studenten weerwoord kunnen geven aan de protestanten, die beweren dat hun geloof uitsluitend op de Bijbel is gefundeerd. Onder de regering van Elisabeth, zal het college van Douai 450 priesters opleiden, van wie 135 als martelaar sterven. Edmond brengt er twee jaar door. Door het gunstig klimaat op het college komt hij ertoe te betreuren dat hij het diaconaat heeft ontvangen in de anglicaanse Kerk. Bewust van de ernst van zijn zonde, leidt hij een arm en boetvaardig leven, en draalt niet om toelating te vragen tot een religieuze orde. Zijn keuze valt op de Sociëteit van Jezus.

In de lente van 1573 gaat hij naar Rome, waar hij als novice bij de jezuïeten hoopt in te treden. Hij wordt aanvaard en toevertrouwd aan de provincie van Oostenrijk. Het noviciaat dat twee jaar duurt, begint met een retraite van een maand volgens de Geestelijke Oefeningen. Vervolgens doet de novice een maand dienst in een ziekenhuis. Dan gaat hij een maand op pelgrimstocht en leeft hij van aalmoezen. En tenslotte laat men hem een maand catechese geven aan kinderen en ongeletterde mensen. In de zomer van 1575, beëindigt Edmond het noviciaat en legt hij de drie religieuze geloften af van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid. Na zijn studies, krijgt hij in 1578 de heilige wijdingen van diaconaat en priesterschap uit de handen van de aartsbisschop van Praag.

Doch verliest Edmond zijn vaderland niet uit het oog waar de vervolging woedt. De Heilige Maagd openbaart hem in een verschijning, dat hij er zijn bloed zal vergieten voor het geloof. Douai wil Engelse priesters naar Engeland sturen om de katholieken bij te staan die trouw zijn gebleven aan het geloof van hun Doopsel. De priesters Edmond Campion en Robert Persons, die voor deze gevaarlijke missie worden aangewezen, gaan eerst naar Rome. Op 18 april 1580, verlaat een groep van twaalf Engelsen, van wie drie jezuïeten, de Eeuwige Stad, met de zegen van de paus. Op 31 mei, komen zij aan in Reims. Daar was het college van Douai twee jaar eerder overgebracht. De laatste berichten uit Engeland tonen dat het eiland voor katholieke priesters uiterst gevaarlijk is geworden. Maar Campion is vastbesloten: «Ik heb mij vrijwillig, bij leven en sterven aan God geofferd en ik heb het vertrouwen dat Hij mij de genade en de kracht zal geven om er trouw aan te zijn. Dat is al wat ik verlang».

Om geen argwaan te wekken, maakt elke priester afzonderlijk de overtocht naar het eiland. In juni 1580, zet Edmond voor het eerst sinds negen jaar voet aan wal in zijn geboorteland. Er bevinden zich overal spionnen van de regering en velen willen graag een priester verklikken. Een katholieke edelman, die opgesloten zit om zijn geloof, overtuigt de twee jezuïeten ervan, de redenen waarom zij naar Engeland gekomen zijn, op schrift te zetten. Zo is hun verdediging voor het gerecht verzekerd in het geval dat zij gearresteerd en voor de rechtbank worden gedaagd. De pater jezuïet verklaart daarin dat hij naar Engeland gekomen is met het enig verlangen het katholiek geloof terug bij gelovigen te brengen die afgedwaald zijn en hij vraagt zich te mogen verantwoorden voor de autoriteiten, zelfs voor de koningin, die hij trouwens hoopt te bekeren tot het geloof van haar voorouders.

De “ware Jezus” bereiken

Het geloof, zegt Paus Franciscus, «moet de eeuwen door worden doorgegeven. Door een ononderbroken keten van getuigenissen komt het gelaat van Christus tot ons. Hoe is dit mogelijk? Hoe kunnen wij er zeker van zijn dat wij al eeuwen lang putten uit de “ware Christus”? Als de mens een geïsoleerd individu zou zijn, als wij alleen maar van het individuele “ik” zouden willen uitgaan, dat in zich de zekerheid van zijn kennis wil vinden, dan zou deze zekerheid onmogelijk zijn. Ik kan uit mijzelf niet zien wat in een tijd die zover van mij is verwijderd, is gebeurd. Dit is echter niet de enige manier waarop de mens kent. De mens leeft altijd in een relatie… Het verleden van het geloof, de daad van liefde van Jezus die in de wereld een nieuw leven heeft voortgebracht, komt tot ons in de herinnering van anderen, van de getuigen, levend bewaard in het enig subject van herinnering dat de Kerk is. De Kerk is een Moeder die ons leert de taal van het geloof te spreken» (Encycliek Lumen fidei, 29 juni 2013, nr. 38).

Het geschrift van pater Campion zal inderdaad vlug in de handen van wetsdienaars vallen en worden beschouwd als een provocatie om een publiek godsdienstig debat te voeren. Maar de machthebbers weigeren dit debat, omdat het de godsdiensthervorming die in Engeland werd opgelegd, in vraag kan stellen. Anglicaanse theologen vrezen de jezuïeten, die bekend staan voor hun kennis en talent in controversies.

In oktober 1580, ontmoeten de paters Persons en Campion elkaar in de buurt van Londen voor een stand van zaken en om een actieplan op te stellen. Persons zal in de buurt van Londen blijven en Campion van wie de naam sinds zijn “Uitdaging” op ieders lippen ligt, zal de graafschappen aandoen waar hij nog niet is geweest. De twee paters nemen ontroerd afscheid want de koningin heeft pas een arrestatiebevel tegen hen uitgevaardigd. Het Engels parlement verhoogt de straf voor misdrijven tegen de godsdienst en verklaart dat bekering tot het katholiek geloof en het ontvangen van de absolutie door een katholiek priester, verraad betekenen waarvoor de zwaarste straffen gelden.

Tien redenen

Om het geloof van de katholieken in het koninkrijk te versterken, schrijft Campion een boek dat in juni 1581 zal worden gepubliceerd onder de naam Rationes decem (Tien redenen). De schrijver geeft daarin tien fundamentele redenen waarom het protestantisme niet waar kan zijn, en hij doet dat in vijf grote thema’s: de Heilige Schrift, de Kerkvaders, de Concilies, de zichtbaarheid van de Kerk, de incoherentie van de protestantse stellingnames. Hij doet opmerken dat de Heilige Schrift ons door de Kerk is gegeven en dat zij in het licht van de Heilige Geest onderscheiden heeft welke boeken door God zijn geïnspireerd en welke niet. Doch, bepaalde boeken van de Bijbel die reeds eeuwen door de christenheid zijn aanvaard, worden door de protestanten verworpen. Zo noemt Luther bijvoorbeeld de Brief van de heilige Jakobus een «brief van stro», omdat hij in tegenstelling met de lutherse leer zegt dat geloof voor het heil niet volstaat en dat men ook goede werken moet doen. Verder toont Campion met meerdere voorbeelden aan dat de hervormers de autoriteit van de Kerkvaders verwerpen en dat de leer van de Kerkvaders juist de weg baant naar het katholicisme. Wie die leer niet aanvaardt, kan zelfs geen christen zijn.

Campion wijst er vervolgens op dat de hervormers niet aan het concilie van Trente (1545-1563) wilden deelnemen alhoewel ze waren uitgenodigd en dat zij het getuigenis van de oecumenische concilies afwijzen. Hij schrijft: «Als de Geest van God over de Kerk schittert, is het gunstigste moment voor Zijn goddelijke hulp zeker wanneer de grootste rijpheid van oordeel, de grootste kennis en wijsheid, en de waardigheid van alle Kerken op aarde, samen verenigd zijn in één stad». Tenslotte zou volgens de protestanten, de ware Kerk van Christus eeuwenlang verborgen zijn gebleven en zou de Kerk dus per definitie zichtbaar noch naspeurbaar zijn. Voor katholieken, is de Kerk van Christus echter van nature een zichtbare gemeenschap, die voor iedereen gemakkelijk herkenbaar is. Zij is de stad bovenop de berg die de wereld moet verlichten en daarom mag zij niet verborgen zijn (cf Mt 5,14). In het laatste deel van het boek, trekt de pater jezuïet de aandacht op vele tegenstrijdigheden bij de hervormers. Zo beweert Luther met zijn rechtvaardigingsleer door het geloof alleen, dat een christen tegenover God zowel gerechtvaardigd als hoogst verwerpelijk is omdat zijn zonden niet vergeven, maar slechts toegedekt zijn. Calvijn van zijn kant, stelt door zijn predestinatieleer God verantwoordelijk voor de verdoemenis. Het boek van Edmond Campion kende een groot succes. Het werd in vele talen vertaald en wordt vandaag nog uitgegeven.

Kort na de publicatie van dit boek — Persons is ondertussen terug naar Frankrijk — aanvaardt Edmond een dringende uitnodiging van een katholieke familie in Lyford. Maar daar wordt hij door een verrader verklikt: hij wordt op 17 juli 1581 gearresteerd en enkele dagen later overgebracht naar de Tower in Londen. De koningin en haar regering zijn overtuigd dat hij en de andere jezuïeten agenten zijn van de paus en van buitenlandse machten, en dat zij naar Engeland zijn gestuurd om de Britse kroon omver te werpen. Pater Campion wordt eerst opgesloten in een minuscule cel waar hij niet rechtop kan staan en zich niet kan uitstrekken; daarna wordt hij op een geheime plaats verborgen gehouden, in een kamer die alleen licht krijgt langs een opening boven een smalle buis.

Weerstand tegen iedere beproeving

Op 25 juli, verschijnt hij voor drie leden van de Koninklijke raad die hem hoffelijk ontvangen en vragen wat de ware redenen zijn van zijn terugkeer naar Engeland. De pater jezuïet bevestigt dat zijn motieven louter godsdienstig zijn en alles behalve politiek, en dat hij koningin Elisabeth erkent als legitieme vorstin van het koninkrijk. Na dit vraaggesprek wordt echter het gerucht verspreidt dat de gevangene op het punt staat het katholicisme af te zweren om anglicaan te worden; er zou hem zelfs een bisdom worden aangeboden. Maar omdat hij weerstand biedt, onderwerpt men hem aan foltering. Men wil te weten komen of hij medeplichtig is aan pogingen vanuit Spanje om Elisabeth van de troon te werpen, en wie hem onderdak heeft verleend of wie op zijn priesterambt beroep heeft gedaan. Door een privébrief, die een lid van de regering op 6 augustus schreef, is bekend dat Campion geen enkele bekentenis heeft afgelegd. Nochtans laat de Koninklijke raad overal het nieuws verspreiden dat de gevangene al zijn medeplichtigen heeft verklikt en dat hij zelfs de inhoud van hun biecht heeft bekendgemaakt. De reputatie van Edmond wordt er ernstig door geschaad.

De autoriteiten willen de wereld nu ook laten zien dat zijn boek Rationes decem niet in overeenstemming is met de waarheid van het Evangelie. Vier keer wordt de pater geconfronteerd met anglicaanse theologen, die zijn geschriften proberen te weerleggen. De beschuldigde heeft de middelen niet om zich voor te bereiden (men geeft hem geen enkel boek behalve de Bijbel, terwijl zijn tegenstanders alle theologische werken vrij kunnen raadplegen). Hij mag zijn tegenstanders ook geen vragen stellen. Bovendien is hij door de folteringen lichamelijk uitgeput. Tijdens één van die debatten, is hij na een foltering zo krachteloos dat hij zelfs de armen niet kan opheffen. Eén van de aanwezigen brengt hem dan als blijk van christelijke naastenliefde, een glas water aan de mond. Toch slaagt Edmond erin alle vragen te beantwoorden en zijn tegenstanders in verlegenheid te brengen. Hij wijst er in het bijzonder op dat de hervormers de autoriteit van de Kerk verwerpen en het daarom over geloofswaarheden niet eens kunnen worden.

De heilige Leo de Grote zei: «Als het geloof niet één is, is het geen geloof» en Paus Franciscus schreef: «Wat is het geheim van deze eenheid? Het geloof is op de eerste plaats “één” door de eenheid van de gekende en beleden God… Het geloof is bovendien één, omdat het zich richt op de ene Heer, op het leven van Jezus… Tenslotte is het geloof één, omdat het wordt gedeeld door heel de Kerk… Als dienst aan de eenheid van het geloof en het gehele overdragen ervan heeft de Heer aan de Kerk de gave gegeven van de apostolische opvolging. Door middel hiervan blijkt de continuïteit van de herinnering van de Kerk gewaarborgd en is het mogelijk met zekerheid te putten uit de pure bron waaruit het geloof voortkomt»(Lumen fidei, nrs. 47 en 49).

De bijstand van de Heilige Geest

Getuigen zullen bevestigen hoe helder de antwoorden van Campion zijn, ondanks zijn lichamelijke zwakheid, wat op zich reeds een tastbaar bewijs is van de bijstand van de Heilige Geest. Vele katholieken die bij het verhoor aanwezig zijn, moeten vaststellen dat de inlichtingen die worden verspreid om de reputatie van de pater te bezoedelen, vals zijn.

De godsdienstige motivatie voor de veroordeling van Edmond en zijn gezellen wordt duidelijk door zijn getuigenis: «Men zou ons in vrijheid stellen indien wij in hun kerk naar sermoenen en de verkondiging van het Woord zouden gaan luisteren». Een alom bekende figuur ter dood veroordelen om zijn godsdienstige overtuiging, zou heel Europa hebben geërgerd. Daarom probeert men een bekentenis van hem af te dwingen dat hij de legitimiteit van koningin Elisabeth niet erkent en dat hij deelnam aan politiek gekonkel tegen het koninkrijk. Een uit de lucht gegrepen verhaal wordt dan ineengestoken om te bewijzen dat Campion met meerdere katholieken niet alleen de soevereiniteit van Elisabeth ontkent, maar ook een complot heeft gesmeed om haar te vermoorden.

Op 20 november, feest van de heilige Edmond, koning en martelaar, en na slechts één uur beraadslaging van de jury, worden pater Campion en zijn confraters ter dood veroordeeld. Op vrijdag 1 december, worden drie van hen (de jezuïeten Edmond Campion, Ralph Sherwin en Alexander Briant) buiten de Tower van Londen gebracht. Edmond begroet het volk: «Moge God u allen redden! Moge God u zegenen en goede katholieken van u maken!». Daarna knielt hij, naar het oosten gericht, en bidt zoals Jezus op Kalvarië: «In manus tuas, Domine, commendo spiritum meum» (In uw handen, Heer, beveel Ik mijn geest). Kort voor hij sterft, bidt hij het Credo en het Pater Noster. Tenslotte suggereert men hem vergiffenis te vragen aan de koningin: «Waarin heb ik haar beledigd? Ik ben onschuldig. Ik heb voor haar gebeden en doe het nu nog». En dit zijn Campions laatste woorden: «Ik sterf als een echte katholiek».

Onder het pontificaat van de Pausen Leo XIII en Pius XI, werden 199 martelaren uit Engeland en Wales zalig verklaard, van wie 40 in 1970 heilig verklaard werden door Paulus VI: deze laatsten worden elk jaar samen herdacht op 25 oktober. Onder hen schittert Edmond Campion door zijn grote intelligentie, aanstekelijke goedheid, vurige energie en zachtmoedigheid. Hij was een geniaal man, maar ook een zeer grote heilige die een mooie loopbaan in de wereld heeft afgewezen om met Christus te lijden. Hij heeft nederigheid geleerd van de stichter van zijn Orde, de heilige Ignatius van Loyola, voor wie het hoogtepunt van deze deugd en van de vereniging met God worden bereikt wanneer men «meer smaad met de versmade Christus verlangt dan eerbewijzen, meer als niets en voor dwaas gehouden te worden omwille van Christus, die als eerste zo werd beschouwd, dan als wijs en verstandig in deze wereld» (Geestelijke oefeningen, 167).

Moge deze heilige martelaar voor ons de genade verkrijgen van vurige ijver voor de waarheid opdat ook wij van Hem mogen getuigen en zo de liefde van Christus aan de wereld tonen!

Dom Antoine Marie osb

Om het Blad van de Abdij Saint-Joseph de Clairval te publiceren in een tijdschrift, blad... of on het internetsite of een website te plaatsen, is een toelating vereist. Deze dient te worden aangevraagd per E-Mail or bij https://www.clairval.com.