|
Downloaden als pdf![]() [Cette lettre en français] [This letter in English] [Dieser Brief auf deutsch] [Esta carta en español] [Questa lettera in italiano] |
15 september 2010 feest van MARIA, Moeder van Smarten |
«Het eigenlijk probleem van dit moment in de geschiedenis, schreef Paus Benedictus XVI op 10 maart 2009, is dat God voor de mensen achter de horizon verdwijnt en dat met het uitdoven van het licht dat van God komt, de mensheid wordt getroffen door een totaal gebrek aan oriëntatie, waarvan we de vernietigende werking steeds meer te zien krijgen». Het licht van God komt heel vaak via het leven van de heiligen tot ons. «De Franse schrijver Jean Guitton, zei Benedictus XVI op 20 augustus 2008, beschreef de heiligen als de kleuren van het spectrum met betrekking tot het licht omdat zij met hun schakeringen en ieder met zijn eigen accenten, het licht van de heiligheid van God weerkaatsen. Hoe belangrijk en vruchtbaar is het derhalve de kennis van en de devotie tot de heiligen te onderhouden, naast het dagelijks overpeinzen van het Woord Gods en de liefde voor onze Moeder de Heilige Maagd!»
Guillaume de Grimoard, de latere Paus Urbanus V, zaligverklaard in 1870, is geboren op het familiekasteel van Grizac rond 1310 in Gévaudan (het huidig Lozère). Zijn familie staat bekend om haar christelijke deugden. Zijn vader, een zachtaardige, nederige man, moedige ruiter, geeft blijk van zijn medelijden met de armen; zijn moeders naastenliefde is in de wijde omtrek bekend. Beiden verheugen zich over de roeping van hun zoon. Wanneer hij twaalf is, gaat Guillaume in Montpellier studeren; vervolgens gaat hij naar Toulouse om er vier jaar burgerlijk recht te studeren. Zijn leermeesters zijn onder de indruk van zijn intelligentie en capaciteiten en stellen hem een leerstoel in de rechtsgeleerdheid in het vooruitzicht. Maar van de ene op de andere dag, zonder iemand iets te zeggen, kiest hij voor het monastiek leven in een Benedictijns klooster van twaalf monniken waar één van zijn ooms de Prior is; in Chirac, in de geboortestreek van zijn moeder, de Lozère.
Een hartelijk en overtuigend woord
Weldra wordt Guillaume naar de abdij Saint-Victor in Marseille gestuurd om er zijn monastieke opleiding te voltooien. Hij legt er zijn geloften af en geeft blijk van mooie eigenschappen als nederigheid, gehoorzaamheid, liefde voor het gebed en voor versterving. Wanneer hij terug is in zijn eerste klooster ontvangt hij het priesterschap en vertrekt weldra opnieuw, op aanraden van zijn superieuren, om als universiteitsprofessor te gaan doceren in Toulouse, Montpellier, Parijs en Avignon. Hij is vijfentwintig jaar. Op Allerheiligen van het jaar 1342 behaalt hij in Montpellier de titel van Doctor in canoniek recht. Hij is een professor die van zijn werk houdt, door zijn leerlingen wordt gewaardeerd en veel succes heeft; duizenden toehoorders verdringen zich voor zijn leergestoelte. Velen komen hem raadplegen: de rijken zoeken hem op om hem hun geschillen te laten beslechten en de armen vragen hem om raad voor hun kleine familiekwesties. Na zijn lessen laat hij nooit na de kerken in te gaan om de gelovigen vrome aansporingen te geven. Met zijn hartelijke, overtuigende, liefderijke en minzame woorden verovert hij het hart van de armen. Door zijn kwaliteiten trekt hij de aandacht van de kerkelijke hiërarchie. Hij wordt benoemd tot vicaris generaal in Clermont (1349); later wordt hij dat ook in Uzès (1357). Bovendien staat hij als Prior aan het hoofd van een klooster van het bisdom Auxerre en in1352 plaatst Paus Clemens VI hem aan het hoofd van de abdij Saint-Germain d'Auxerre.Het pauselijk hof had zich sinds 1309 in Avignon gevestigd om de revoluties te ontvluchten die voortdurend plaatsvonden in Rome. Clemens VI heeft aan deze situatie zijn officieel karakter verleend door in 1348 Avignon te kopen van de gravin van Provence, Jeanne I, koningin van Sicilië. In 1352 vertrouwt de Paus Guillaume de Grimoard een moeilijke missie toe bij de aartsbisschop van Milaan, die de neiging heeft zich de wereldlijke macht van de Heilige Stoel in Italië toe te eigenen. Innocentius VI, opvolger van Clemens VI, vertrouwt hem op zijn beurt meerdere diplomatieke missies toe die met succes zullen worden bekroond. In 1361 wordt hij door de Paus benoemd tot abt van Saint-Victor in Marseille. Guillaume belast zich met de renovatie van de abdij waarvan de gebouwen erg zijn vervallen. Maar weldra stuurt Innocentius VI hem op missie naar Napels waar koningin Johanna, sinds kort weduwe, wordt geconfronteerd met een oproerige bevolking en behoefte heeft aan raad en steun. In september 1362 sterft de Paus. Na afloop van een moeizaam concilie wordt Guillaume de Grimoard gekozen om hem op te volgen. Heel uitzonderlijk wordt een eenvoudige monnik, een abt, zelfs geen bisschop, tot paus gekozen. Hij is dan 52 jaar.
De kroning van de nieuwe kerkvorst heeft plaats in Avignon op 6 november 1362. Guillaume kiest de naam Urbanus omdat, zo legt hij uit, «de vier andere Urbanussen allen heilige mannen zijn geweest». Zijn enige ambitie is inderdaad een heilige te worden. Van die dag af slaat zijn pontificaat de weg in van de soberheid. Alles staat klaar om, naar oud gebruik, de geheel met linten versierde stad door te trekken, op een met goud opgetuigd paard, omringd door een menigte vorsten en bisschoppen te paard; maar hij weigert deze parade, houdt zijn benedictijns habijt aan en gaat het kasteel niet uit. Hij schrijft zelf aan de katholieke koningen van Europa. De koning van Frankrijk, Jan II de Goede, die zopas is aangekomen in Villeneuve-lez-Avignon, kan slechts neerknielen voor de Paus, zonder enig ceremonieel. Hij is gekomen om in de stoet mee te lopen die niet doorgaat, wil van Urbanus verkrijgen dat deze vier kardinalen van zijn keuze benoemt, maar de Paus weigert.
Licht en schaduw van een eeuw
De historische context van het pontificaat van Urbanus V is voor Frankrijk en Engeland die van de honderdjarige oorlog; voor Europa is het die van de dreiging van een islamitische invasie; voor Italië die van de voortdurende twisten tussen de steden. De IVe eeuw kent ook de verschrikkelijke epidemie van de zwarte dood van 1348 die in één jaar tijd een aanzienlijke ravage aanricht en het maatschappelijk leven ontwricht. Het sterftecijfer is schrikbarend (het aantal slachtoffers wordt geschat op één derde van de gehele bevolking van Europa) en tekent in zijn hardheid een hele generatie en brengt een grondige mentaliteitsverandering teweeg. De bewoners van de steden nemen de vlucht naar het platteland waar ze, om de dood te bezweren, zich overgeven aan alle mogelijke vormen van zedeloosheid. De kloosters zelf lopen leeg, uit vrees voor besmetting. De geestelijkheid verlaat de steden, uitgezonderd de besten onder hen die zich opofferen om de sacramenten der stervenden toe te dienen. Na de epidemie keren de overlevenden terug naar huis, de monniken en de kloosterzusters keren terug naar hun kloosters en de bisschoppen nemen weer plaats op de bisschopszetel; maar sommigen hebben de smaak te pakken gekregen van het onafhankelijk bestaan en van het werelds leven. Tegelijkertijd krijgt in diezelfde eeuw de hervorming van verschillende monastieke ordes zijn beslag, gestimuleerd door de uitstraling van talrijke heiligen zoals Vincent Ferrier, Birgitta van Zweden en Catherina, haar dochter, Catharina van Siena, enz.Tegen de achtergrond van deze omstandigheden geeft Urbanus V vanaf zijn inhuldiging het voorbeeld van een leven van gebed en eenvoud; door en door monnik, is zijn levensstijl nog altijd monastiek. Voor anderen zeer gul, maar zelf voedt hij zich met eenvoudige gerechten en slaapt op een zeer hard bed; hij vast twee tot drie keer per week en biecht in alle nederigheid, iedere dag voor het lezen van de mis. Hij geeft steeds vaker aalmoezen en doet al het mogelijke om te voorzien in de noden van de allerarmsten. Zijn gevoel voor schoonheid komt tot uiting in de eredienst via de liturgische voorwerpen en de pracht van de bouwwerken.
Door middel van kleine ingrepen hier en daar en niet zonder een vleugje humor, meer dan door belangrijke decreten, begint de Paus de hervorming van de Kerk bij de kardinalen: hij schaft het asielrecht af dat van de kardinaalswoningen ware roversholen maakte, stelt regels in voor het gebruik van wijn en herinnert de Kerkvorsten aan hun plichten. De bisschoppen wijst hij op hun plicht in hun bisdom te zetelen omdat een «boot zonder stuurman niet de klippen kan omzeilen en tot een ellendige ondergang gedoemd is». Simonie, het kopen of verkopen van een geestelijk goed, wordt streng bestraft en de veelheid van prebendes wordt verboden; de kerkelijke prebende was een wettig eigendom dat was verbonden aan een kerkelijke functie of waardigheid. Hij ziet er angstvallig op toe dat de paus in zijn functie onafhankelijk blijft van de wereldse machthebbers en weigert ieder geschenk dat van hen afkomstig is. Bij benoemingen luistert hij niet naar de verzoeken van koningen, noch naar de smeekbeden van zijn vrienden of familie, maar kiest eenvoudig de geschiktste personen. Hij hervormt een aantal kloosters, hetgeen soms enige deining veroorzaakt. Hij vat het plan op de Kartuizers de Regel van H.Benedictus op te leggen, maar gezien het bijzonder karakter van deze kluizenaarsorde, laat hij ze hun eigen, van hun stichter H.Bruno geërfde gebruiken, volgen. De Predikheren (Dominicanen) en de Minderbroeders (Franciscanen) bezoeken, op zijn verzoek, de kloosters en de hospitalen en laten zich inlichten over het gebruik van de inkomsten.
Een Paus van hervormingen
Urbanus V brengt ook orde op zaken in de zeden en de godsdienstige praktijken van de gelovigen, herstelt het recht, verbant de woekeraars en bestraft de dieven. Tijdens zijn kort verblijf van drie jaar in Rome ontvangen meer dan twintigduizend mensen voor het eerst de sacramenten van de H.Kerk. Per decreet verzet hij zich in het Graafschap Venaissin (streek rondom Avignon) tegen de weelde en de onbetamelijke of belachelijke modes. De hervorming heeft ook, en tevens diepgaander, het behoud van de christelijke leer op het oog, want zedenverwildering is het uitvloeisel van ongeordende denkwijzen. De Paus strijdt tegen verschillende vormen van ketterij ( een leer die inbreuk maakt op de door God geopenbaarde en door de Kerk onderwezen leerstellingen): sommige van die ketterijen ontkennen de noodzaak van het doopsel, de erfzonde, de eeuwige verdoemenis en de goddelijke genade. Urbanus V benoemt kardinalen, bisschoppen en geleerden die bekwaam zijn het katholiek geloof daar waar het wordt aangevallen te verdedigen.Tijdens heel zijn pontificaat bevordert Urbanus V het intellectueel leven; hij wil op die manier ook de maatschappelijke levensomstandigheden verbeteren. Hij wil iedereen de mogelijkheid geven toegang te krijgen tot onderwijs. Zo sticht hij in 1364 voor de Polen die niet naar Frankrijk of Italië kunnen gaan, een universiteit in Krakau waar hij de beste professoren heen stuurt. Hetzelfde doet hij in Pecz, Hongarije, in Wenen, Oostenrijk en in Genève in Zwitserland. Hij sticht de universiteiten van Orange en Angers en richt op talrijke plaatsen faculteiten op voor burgerlijk en kerkelijk recht, theologie en letteren. Hij voert «studiums» in die functioneren als kleine pluridisciplinaire faculteiten, huizen voor ieder, arm of rijk. De armen ontvangen er gratis onderricht; bovendien dekt Urbanus V door middel van een stelsel van beurzen die uit de eigen pauselijke kas komen, hun verdere uitgaven. Hij streeft er ook naar de luxe gewoontes van de studenten uit te bannen door hun eenvoudige kleren voor te schrijven; op die manier zullen de rijken de armen niet vernederen en hen niet de school uitdrijven. Wanneer men hem verwijt zijn geld uit te geven voor mensen die geen geestelijken zijn antwoordt hij dat «ongeacht hun staat en hetgeen ze later in het leven doen, het altijd van nut voor hen zal zijn dat ze iets geleerd hebben»; hij is er inderdaad van overtuigd dat ieder, naar gelang zijn staat vader van een gezin, geestelijke of handwerksman zijn verantwoordelijkheden beter kan aanvaarden als hij is opgeleid overeenkomstig zijn capaciteiten. Hij is overigens van oordeel dat de wetenschap de mens helpt bij het beoefenen van de deugden.
Naast studie en letterkunde moedigt Urbanus V ook beoefening van de andere kunsten aan: dankzij hem komen talrijke kunstenaars, miniatuurschilders, verluchters, graveurs, tapijtwerkers het Paleis van de Pausen in Avignon verfraaien. Ongeveer overal zet hij handwerkslieden aan het werk om reliekhouders en andere voorwerpen voor de eredienst, glas-in-lood ramen, ornamenten enz. te vervaardigen. Het heel kunstzinnig en intellectueel leven kent op die manier onder zijn bewind een buitengewone bloei. Urbanus V staat er ook op dat bevolkingen die van hem afhankelijk zijn, door stevige muren worden beschermd tegenover de dreiging van gewapende bendes die door hun optreden de hele eeuw bebloeden. Opdat de universiteiten zich ook kunnen ontwikkelen moeten er ook nieuwe gebouwen komen. De steden Montpellier, Mende, Avignon, Marseille, Rome dragen dan ook de sporen van de talenten van Urbanus in zijn hoedanigheid van bouwmeester.
De eenheid als belangrijkste zorg
Als man van de vrede werkt Urbanus aan de verzoe- ning van de Kerken van Oost en West. Hij schrijft met gezag en liefde aan de Keizer van Constantinopel, Jan Paleoloog en stuurt pauselijke gezanten naar hem. Onder de indruk van de vermaardheid van Urbanus V en van wat hij te zeggen heeft, komt de Keizer die in zijn verschillende gebiedsdelen te kampen heeft met ernstige interne en externe dreigingen, met name van de kant van de Turken, begin 1369 naar Rome, vergezeld van zijn echtgenote, keizerin Helena Cantacuzena en een menigte bisschoppen, leenheren en monniken. De Paus was, zoals we zullen zien, in 1367 naar Rome teruggekomen. De keizer brengt zes jaar door in Rome om veelvuldig met de Paus, die hem op ieder uur en zonder afspraak ontvangt, te spreken over de dingen Gods. Wanneer hij onaangekondigd rond etenstijd aankomt staat er onmiddellijk een extra bord op tafel; Jan Paleoloog verkiest deze eenvoudige maaltijden boven de pracht en praal van de festijnen in de wereldse sferen. De kardinalen hebben eveneens lange gesprekken met hem waarbij ze zich vergewissen van zijn oprechtheid en zijn tegenwerpingen kunnen beantwoorden. Op 8 oktober 1369 doet de keizer officieel kond van zijn toetreden tot het geloof van de katholieke Kerk, in aanwezigheid van meerdere kardinalen. In zijn geloofsbelijdenis belijdt hij alle artikelen van het katholiek Credo, met name dat de Heilige Geest voortkomt uit de Vader en de Zoon , evenals de primauteit van de Kerk en het gezag van de Paus over de bisschoppen en de patriarchen zelf. De keizer en de keizerin keren zeer tevreden over de voorkomendheid waarmee ze zijn ontvangen naar Constantinopel terug. Vele Grieken die geraakt zijn door de welwillendheid van de Paus voegen zich weer bij de Kerk van Rome. Deze verzoening is een van de grootste vreugdes die Urbanus V heeft gekend. Daar hij wenst dat deze verzoening alle leden van de Oosterse kerk omvat schrijft hij in een encycliek op 8 maart 1370, het jaar van zijn dood: «Oh, als God ons eens onder ons pontificaat de genade zou verlenen dat de Latijnse Kerk en de Oosterse Kerk zich zouden verenigen, na zo lang van elkaar gescheiden te zijn geweest, zouden we met genoegen onze ogen sluiten voor het licht en de lofzang van de grijsaard Simeon aanheffen, Nunc dimittis, Domine (Nu, Heer, laat uw dienaar in vrede heengaan)». Ogenblikkelijk volgen in de Oosterse Kerk meerdere mensen het voorbeeld van de Grieken. De Nestorianen beweerden dat men in Jezus Christus twee personen moest onderscheiden zoals men ook twee naturen onderscheidt, de goddelijke en de menselijke; hun patriarch, Marauze, komt uit Mossoul naar Rome en legt in de handen van de Paus een katholieke geloofsbelijdenis af.Jammer genoeg hebben deze gebeurtenissen geen vervolg gekregen; in onze dagen is de eenheid onder de christenen nog altijd een grote zorg van de Paus en de Kerk. «De mensen tot God brengen, de in de Bijbel sprekende God, is de hoogste en fundamentele prioriteit van de Kerk en van de opvolger van Petrus in deze tijd, verklaart Benedictus XVI. Daaruit volgt dan vanzelf dat het ons om de eenheid van de gelovigen moet gaan. Hun onenigheid hun onderlinge tegenstellingen maakt het spreken over God immers twijfelachtig. Daarom is het streven naar gemeenschappelijk geloofsgetuigenis door christenen de oecumene bij de hoogste prioriteit ingesloten.» (Brief aan de Bisschoppen, 10 maart 2009).
De apostolische ijver van Urbanus V treedt ook aan het licht via de missies die hij overal ter wereld opzet: in Bulgarije, Litouwen, Georgië, Bosnië, Dalmatië, Servië, tot in Mongolië en China waar het eerste bisdom wordt gecreëerd in 1370.
De grondslagen van een duurzame vrede
Doordat de oorlogen en gewelddaden van zijn tijd hem zorgen baren doet Urbanus V alles om de grondslagen voor een duurzame vrede te leggen en de beschaving over heel Europa uit te breiden. Zijn eerste doelwit is zich opnieuw in Rome te vestigen. Dankzij het politiek, militair en juridisch werk van kardinaal Albornoz is deze terugkeer in 1367 mogelijk geworden. Na zijn aankomst in de Stad in de maand oktober zet de Paus zich in voor de verbetering van de zeden van het Romeinse volk dat uit de koers is geraakt; hij legt grote tuinen aan op de heuvel van het Vaticaan om werkloze arbeiders werk te verschaffen; hij laat talloze monumenten restaureren en onderneemt opgravingswerkzaamheden om de hoofden van de apostelen H.Petrus en H.Paulus terug te vinden: deze worden dan onder het altaar van de basiliek van Lateranen ontdekt.Om de integriteit van de kerkelijke staat te handhaven, de vrijheid van de pausen en die van Italië die er niet van te scheiden is, te verzekeren, vat de Paus het plan op alle staten van Italië om hem heen te scharen in een soort van liga waarvan hij het hoofd zou worden. Keizer Karel IV van Bohemen en de koning van Hongarije zijn de eersten die aan dit plan hun goedkeuring verlenen. De staten van Italië volgen, behalve Florence. Alle vorsten van de christenheid, van de koning van Denemarken tot aan de koning van Bulgarije onderhouden een uitgebreide correspondentie met Urbanus V of komen hem om raad vragen.
Anderzijds, wanneer de honderdjarige oorlog even tot rust komt na het Frans-Engels verdrag van Brétigny, in 1360, slaan de huurlingen die niets om handen hebben en stad en land aflopen alles kort en klein. Urbanus V paart diplomatie aan vastberadenheid en excommuniceert deze bendes en spoort ze aan op kruistocht te gaan, zowel om ze uit de Europese contreien te verwijderen als om te proberen de opkomst van de mohammedanen waardoor het Oosterse Rijk wordt bedreigd af te remmen. Maar een paar jaar na het verdrag van Brétigny overtuigt een nieuwe golf van geweld tussen Fransen en Engelsen de Paus ervan dat hij Rome moet verlaten voor Avignon om een ontmoeting voor te bereiden van de twee koningen en hun zijn bemiddeling op te leggen. In zijn ogen kan de leegte die is veroorzaakt door de verzwakking van het Germaanse Heilige Roomse Rijk slechts worden opgevuld door de wederzijdse erkenning van de staten die uit dit Rijk zijn voortgekomen (Frankrijk, de Duitse en Italiaanse staten), in de hoop een Europa te vormen dat tot vrede en eenheid is gekomen en geworteld in het christelijk geloof.
Een authentiek humanisme
De vorming van Europa is tot stand gekomen in de loop van de eeuwen. «Europa vormde aardrijkskundig gezien geen vast omlijnde eenheid, verklaarde Johannes Paulus II op 14 december 2000 en slechts door de aanvaarding van het christelijk geloof werd het een werelddeel dat door de eeuwen heen erin geslaagd is zijn waarden te verspreiden in bijna alle andere delen van de wereld, voor het welzijn van de mensheid. Tegelijkertijd moeten we wel benadrukken dat de ideologieën die de oorzaak zijn geweest van een vloedgolf van tranen en bloed in de loop van de XXe eeuw, zijn opgekomen in een Europa dat zijn christelijke grondslagen had willen vergeten« We mogen niet vergeten dat het de ontkenning van God en zijn geboden was die in de vorige eeuw de tirannie van de afgoden schiep die tot uitdrukking is gekomen in de verheerlijking van een ras, een klasse, een staat, een volk, een partij, in plaats van de levende en ware God te verheerlijken. Juist in het licht van het onheil dat de XXe eeuw te verduren heeft gekregen begrijpt men hoe zeer de rechten van God en de rechten van de mens samenvallen en elkaar versterken». Om die reden wenste de Paus een Europa zonder grenzen, dat zijn christelijke wortels waaraan het zijn eigen bestaan te danken heeft niet zou ontkennen en dat geen afstand doet van het authentiek humanisme van het Evangelie van Christus.De terugkeer van Urbanus V naar Avignon was waarschijnlijk ook ingegeven door het verlangen de rust en de onafhankelijkheid onder de kardinalen zeker te stellen tijdens het conclaaf dat zou worden geopend bij zijn dood waarvan hij het voorgevoel had dat deze niet lang meer op zich zou laten wachten; Italië was inderdaad opnieuw het toneel van gevaarlijk oproer. Urbanus V sterft inderdaad, na weken van veel lijden, op 19 december 1370. Hij was twee maanden terug in Avignon.
De kracht van de gelukzalige Urbanus V ontleende hij aan zijn verbondenheid met God. Een kroniekschrijver, iemand die de Paus van heel nabij heeft meegemaakt, schreef: «In God alleen liet hij zijn hart zich uitstorten, in God alleen liet hij zijn gedachten de vrije loop en hij stelde zich geheel en al in dienst van Hem». In onze dagen beijvert Paus Benedictus XVI zich op zijn beurt om de mensen terug naar God te brengen: «De eerste prioriteit voor de opvolger van Petrus, schreef hij op 10 maart 2009, heeft de Heer op niet mis te verstane wijze bepaald in de zaal van het laatste Avondmaal: Versterk op uw beurt uw broeders (Lc. 22, 32). In onze tijd, waarin het geloof in grote delen van de wereld dreigt uit te doven als een vlam die geen voeding meer krijgt, is het de allereerste prioriteit God aanwezig te stellen in deze wereld en voor de mensen de weg naar God te openen. Niet naar zomaar een god, maar naar de God die op de Sinaï heeft gesproken; naar de God wiens gelaat wij herkennen in de Liefde tot het uiterste toe (cf. Joh. 13, 1): in Jezus Christus, die gekruisigd is en verrezen».