|
Downloaden als pdf![]() [Cette lettre en français] [This letter in English] [Dieser Brief auf deutsch] [Esta carta en español] [Aquesta carta en català] [Questa lettera in italiano] |
31 juli 2013 feestdag van H. Ignatius van Loyola, pr. |
«Jongeren, wees niet bang om heiligen te zijn! Vlieg op grote hoogte!» Deze oproep, die de gelukzalige Johannes Paulus II in augustus 1989 deed op de Wereld Jongeren Dagen van Santiago de Compostella, weerklonk in het hart van Chiara, een Italiaans meisje van achttien. Vanuit haar ziekenkamer volgde ze de gebeurtenis op de televisie en bood haar lijden aan voor de jongeren. Eenentwintig jaar later, op 3 oktober 2010, stelde Paus Benedictus XVI haar vanuit Sicilië de jongeren ten voorbeeld: «Vorige week zaterdag is in Rome Chiara Badano... die aan een ongeneeslijke ziekte in 1990 is overleden, zalig verklaard. Negentien jaar vol leven, liefde en geloof. Twee jaar, de laatste, vol leed, maar altijd in liefde en licht, een licht dat ze uitstraalde en dat van binnenuit kwam, uit haar hart dat vervuld was van God! Hoe is het mogelijk? Hoe kan een jong meisje van 17-18 jaar een dergelijk lijden verdragen, naar menselijke maatstaven zonder hoop, en tegelijk nog eens om haar heen liefde, vrede, rust en geloof verspreiden ?»
Op 29 oktober 1971, na elf jaren huwelijk, zien Ruggero en Maria Teresa Badano hun liefste wens verwezenlijkt met de komst van hun eerste en enig kind: Chiara, geboren in Sassello, kleine stad in Ligurië, boven de Golf van Genua. «Toen zij kwam, zo zal haar vader getuigen, hadden we onmiddellijk het gevoel dat zij een geschenk was. Ik had het de H.Maagd gevraagd in een heiligdom van ons bisdom. Dit kind maakte onze verbintenis compleet.» Haar moeder zal hieraan toevoegen: «Ze groeide goed op, gezond, en gaf ons veel vreugde. Maar wij voelden dat zij niet alleen onze dochter was. Zij was voor alles een kind van God, en zo moesten wij haar opvoeden, met eerbied voor haar vrijheid.» Terwijl Ruggero Italië doorkruist achter het stuur van zijn vrachtwagen, geeft Maria Teresa haar werk op om zich aan de opvoeding van haar dochter te wijden: «Ik heb begrepen, zo zal ze later zeggen, dat het belangrijk is constant bij je kinderen te zijn, niet zozeer om met hen te praten, maar als moeder zijnde, dat wil zeggen door lief te hebben en hen te leren lief te hebben.»
«Nee! Die zijn van mij!»
Vanaf haar vroegste jeugd wordt Chiara uitgenodigd om in haar hart naar een stemmetje te luisteren; men legt haar uit dat het de stem van Jezus is en men maakt haar duidelijk dat het van belang is ernaar te luisteren om het goede te kunnen doen. Het is een gewoon kind, vrolijk en sociaal, maar met een sterk karakter: wanneer men haar vraagt om een dienst te bewijzen of een inspanning te verrichten is haar eerste antwoord heel vaak een categorisch nee, zoals op de dag dat haar moeder haar voorstelt een paar stukken speelgoed aan de armen te geven: «Nee! Die zijn van mij!» Even later, in de stilte, wordt een stemmetje hoorbaar dat herhaalt, terwijl zij haar speelgoed sorteert: «Dit wel, dat niet...» Ze legt haar moeder de redenen van haar keuze uit: «Ik kan toch geen speelgoed dat kapot is aan kinderen geven die er geen hebben!» Bij een andere gelegenheid geeft Chiara blijk van haar blijdschap wanneer ze de evangelische parabool begrijpt van de vader die zijn twee zonen vraagt in zijn wijngaard te gaan werken (Mt 21, 28-30); en ze bekent dat ze zich herkent in de eerste die na eerst te hebben geweigerd, besluit de wil van zijn vader te doen. Haar ouders hechten veel waarde aan dialoog en genegenheid; maar ze weten ook dat ze het meisje zelfverloochening moeten leren, uit vrees dat het wispelturig zou worden: «Wij waren ons bewust van dit gevaar, zal haar moeder zeggen, en hebben daarom vanaf de eerste jaren de dingen duidelijk willen maken. Wij lieten geen enkele gelegenheid voorbijgaan om haar eraan te herinneren dat zij in de Hemel een Papa had die groter was dan wij beiden.» Ruggero had de rol van ferme man in de opvoeding van zijn dochter: «Ik vond dat ik, om haar juist op te voeden, iets van haar moest eisen; maar ik deed het altijd uit liefde, nooit uit machteloosheid of door vermoeidheid of om een andere reden.»
Terwijl hij zich richt tot de gezinnen en jongeren van Sicilië, benadrukte Paus Benedictus XVI dat de echtelieden Badano «de eersten zijn geweest die in de ziel van hun dochter het vlammetje van het geloof hebben doen ontbranden, en zij hebben Chiara geholpen dit vlammetje altijd brandend te houden, zelfs op de moeilijke momenten in haar groei en vooral in de grote en langdurige beproeving van haar lijden... De relatie tussen ouders en kinderen is fundamenteel; maar niet alleen omdat het een goede traditie is. Er is iets meer, dat Jezus zelf ons heeft geleerd : dat is de vlam van het geloof die van generatie tot generatie wordt doorgegeven, de vlam die ook aanwezig is in de doopritus, wanneer de priester zegt: Ontvang het licht van Christus... Aan u wordt dit licht toevertrouwd. Zie erop toe dat het blijft schijnen. Het gezin is fundamenteel, want binnen het gezin ontkiemt in de menselijke ziel de eerste waarneming van de zin van het leven. Deze ontkiemt in de relatie met de moeder en de vader die geen heer en meester zijn van het leven van de kinderen, maar de eerste medewerkers van God bij het doorgeven van het leven en het geloof. Dat is precies wat er op voorbeeldige wijze in het gezin van de gelukzalige Chiara Badano is gebeurd» (3 oktober 2010).
Kort na haar Eerste Communie, in september 1980, neemt Chiara deel aan een ontmoeting met kinderen die is georganiseerd door de Focolari. Deze beweging die ook wel «Werk van Maria» wordt genoemd, is opgericht in 1944 door Chiara Lubich (1920-2008), een jonge onderwijzeres uit Trenta. Chiara Badano ontdekt hierin een levens- en denkwijze die beantwoordt aan haar dorst naar God. De spiritualiteit van de Focolari berust op God-Liefde: «Het geloof in de liefde die God voor ons heeft, zo schrijft de stichteres, heeft ons ertoe aangezet alle middelen te zoeken om die liefde met de onze te beantwoorden. Gods wil doen: dat is de beste manier om God te beminnen». De andere pijlers van deze spiritualiteit zijn: Gods aanwezigheid te midden van zijn leerlingen (cf. Mt 18, 20), de zoektocht naar de eenheid, die een bijzondere doelstelling van de Beweging is die is ontstaan met het oog op de eenheid tussen de mensen en God en onder elkaar, het Lijden van Jezus, het Woord van God, de Eucharistie en de devotie voor Maria, Moeder van de Beweging.
Verlaten Jezus
Het leven van Chiara verandert: ze wordt heel vroom, neemt bijna iedere dag deel aan de Mis, mediteert, bidt de rozenkrans en zet God op de eerste plaats. Haar ouders onderschrijven op hun beurt dit ideaal. Het kind ontdekt ook wat Chiara Lubich het mysterie van de verlaten Jezus op het Kruis noemt. In 1983 neemt zij deel aan een congres van de Beweging in de buurt van Rome. Enkele maanden later, wanneer ze pas twaalf is geworden, schrijft ze aan de stichteres: «Ik heb ontdekt dat verlaten Jezus de sleutel van de eenheid met God is, ik wil Hem kiezen als mijn eerste Bruidegom en me voorbereiden op zijn komst. Hem verkiezen! Ik heb begrepen dat ik Hem kan vinden in hen die ver zijn, in de atheïsten, en dat ik hen moet lief hebben op een heel bijzondere manier zonder iets terug te verwachten.» Chiara biedt haar dagelijkse kruisjes aan ter vereniging met het kruis van Jezus, en voelt daadwerkelijk mee met die van haar naasten. Zo neemt ze het initiatief veel tijd door te brengen met een bejaarde vereenzaamde buurvrouw of om een hele nacht te waken bij haar zieke grootouders. Een neef van haar zal hiervan getuigen: «Zij had zon mooie verhouding met onze grootouders. Ze sprak langdurig en liefdevol met hen. Ze heeft hen, voor iemand van haar leeftijd, op opmerkelijke wijze bijgestaan.» Chiara beschouwt het Evangelie ook als haar dierbaarste schat; ze overpeinst het en wenst er grondig kennis van te nemen: «Ik heb begrepen dat ik geen waarachtige christen was, schreef ze in 1984, omdat ik niet volledig volgens het Evangelie leefde. Nu wil ik van dit prachtig boek het enig doel in mijn leven maken. Ik kan geen analfabeet blijven ten opzichte van deze unieke boodschap. Zoals het me geen moeite heeft gekost het alfabet te leren, zal het me evenmin grote moeite kosten volgens het Evangelie te leren leven.» Haar geregelde correspondentie met de stichteres van de Focolari is voor het kind van vitaal belang. Tussen beiden ontstaat een diepgaande spirituele vriendschap. Zij zal zeggen dat ze alles aan God en aan Chiara Lubich heeft te danken
Het meisje bezit een heel mooie stem, houdt van muziek en ook van dans. Bovendien houdt ze hartstochtelijk veel van bergwandelingen, sport, tennis en zwemmen. Altijd omringd door vrienden, jongens en meisjes, weet ze zich geliefd te maken: allen zijn onder de indruk van de diepgang van haar gedachten, haar rijpheid en de spirituele energie die van haar uitgaat. Chiara is zowel bij jongeren als bij ouderen zeer op haar gemak en is in staat over belangrijke diepgaande onderwerpen te spreken zonder ooit haar christelijke overtuiging te verbergen. Het geheim van een dergelijke rijpheid is gelegen in haar vereniging met God. Ze onderhoudt permanent op natuurlijke en eenvoudige wijze een dialoog met Hem, een waarachtig vader- dochter relatie, die wordt gevoed door een buitengewoon groot vertrouwen. In Jezus ziet zij de Vriend, de Broer en de Bruidegom. Zij zoekt zijn gezicht in iedere ontmoeting met mensen en in alle gebeurtenissen van haar leven, maar ze weet Hem vooral in de Eucharistie te vinden. Die vereniging met God is de bron waaruit ze de kracht put haar vurig temperament aan banden te leggen. Wanneer ze bijvoorbeeld dingen hoort die zij niet goedkeurt, leert ze zichzelf te beheersen om niet meteen op te springen en stelt haar persoonlijk oordeel een ogenblik uit zodat de Heilige Geest haar het goede antwoord kan ingeven.
«Knap van binnen»
Chiara praat niet graag over zichzelf; nog minder pro- beert ze de blikken op haar gericht te krijgen. Groot en slank als ze is, is ze bepaald geen onopvallende verschijning. Haar blik is zuiver en open, haar glimlach is frank en vrij, haar gelaatstrekken fijn en gevoelig. Maar ze ontleent aan haar fysieke schoonheid geen enkele reden tot trots. Ze vindt het eerder gênant wanneer men haar vleit of men haar complimenten geeft. Wat voor haar telt is dat iemand ordelijk en schoon, «knap van binnen» is. In haar manieren en kleding volgt ze de richtlijnen die ze in haar familie en in de Beweging heeft ontvangen. Wanneer haar zuiverheid onder druk wordt gezet kan ze reageren met een overtuigend gebaar. De jongen die op een dag in een bus het waagt een misplaatst gebaar te maken krijgt een dreunende klap om de oren. In de familie is haar eerbied voor de zedigheid en fijngevoeligheid in zake de kuisheid bijgebracht en zij merkt al gauw dat men, om trouw te blijven aan deze waarden, men» tegen de stroom in» moet varen.
Deze moedige innerlijke houding doet denken aan die van de heilige Antonio de DantAnna Galvao (1739-1822), die zich met deze bewoordingen aan Onze-Lieve-Vrouw had toegewijd: «Beneem mij eerder het leven dan dat ik uw gezegende Zoon, mijn Heer, beledig!» Bij de heiligverklaring van deze Braziliaanse heilige, op 11 mei 2007, gaf Benedictus XVI op die woorden dit commentaar: «Zij weerklinken op een actuele manier in onze oren, wij die in een tijd leven die zo vol is van hedonisme. Het zijn krachtige woorden, van een gepassioneerde ziel, woorden die deel uit zouden moeten maken van het normaal leven van iedere christen, of hij gewijd is of niet, en die het verlangen oproept naar trouw aan God, evenzeer binnen als buiten het huwelijk. De wereld heeft behoefte aan doorzichtige levens, aan mensen met een heldere ziel en een eenvoudige manier van denken, die weigeren te worden beschouwd als schepselen van plezier. Het is noodzakelijk nee te zeggen tegen de sociale communicatiemiddelen die de heiligheid van het huwelijk en de maagdelijkheid voor het huwelijk belachelijk maken. Juist daar is ons in de Maagd de beste verdediging gegeven tegen de kwaden die het moderne leven teisteren; de Mariadevotie is met zekerheid de garantie die ons moederlijke bescherming en voogdij biedt in het uur van de bekoring.»
Het klikt niet
In de herfst van 1985 vervolgt Chiara haar schooloplei- ding aan het gymnasium met het oog op de verwezenlijking van haar droom geneeskunde te gaan studeren en naar Afrika te vertrekken om daar kinderen te verzorgen. Het gezin verhuist dan naar Savone waar het een appartement heeft. In het weekeinde gaat de hele familie tot ieders vreugde weer terug naar het dorp. Het schooljaar is heel zwaar voor het meisje en ondanks haar grote inzet zijn de resultaten teleurstellend; het klikt niet met een van de leraressen die haar onverdiend lage cijfers geeft en laat zitten. In deze bijzonder moeilijke situatie treedt Chiaras naastenliefde goed aan het licht. Het onbegrip van de lerares doet haar veel pijn, maar nooit komt er een onvertogen woord of oordeel over deze lerares over haar lippen. Tijdens één voorval in het bijzonder komt haar naastenliefde tot uiting. Op een dag zien leerlingen dat de bewuste lerares op het punt staat een trap af te lopen; in een oogwenk vliegen ze achter haar aan met de bedoeling dat ze zal vallen want veel leerlingen hebben grieven tegen haar! Chiara snelt toe om ze tegen te houden en weerhoudt ze zodoende van deze wraakoefening. De lerares die zich realiseert wat er gebeurt draait zich met een blik van erkenning om naar Chiara.
In dezelfde tijd duiken in de jongerengroep van de Focolari een paar problemen op vanwege een nieuwe assistente die wat aan de strenge kant is en aan wie Chiara zich maar met moeite kan aanpassen. Ze stelt zich zelfs de vraag of ze nog wel haar weg in de Beweging wil voortzetten. Ze bidt en biedt Jezus dit nieuwe lijden aan, zonder er iets van te laten zien aan de andere leden van de groep. Alleen een vriendin merkt hoe zeer Chiara de dingen voor haar rekening neemt om haar metgezellen niet te belasten met de moeilijkheden die zij tegenkomt, de mislukkingen op school inbegrepen. Ze is voortdurend bezig met leven voor de anderen, voor de goede gang van zaken binnen de groep. De buitenkant blijft kalm en vriendelijk ondanks hetgeen ze doormaakt», zo getuigt ze. Aan het einde van het schooljaar schrijft Chiara aan een andere vriendin: «Je hebt misschien al begrepen dat ik ben gezakt. Voor mij was dat een heel groot verdriet. Het is me niet onmiddellijk gelukt dit verdriet aan Jezus te geven. Het heeft me heel wat tijd gekost om mezelf weer in de hand te krijgen en zelfs nu nog krijg ik zin, als ik eraan denk, om een beetje te gaan huilen. Maar dat is verlaten Jezus!»
De twee volgende schooljaren zijn gemakkelijker, maar het kruis dat reeds aanwezig is in Chiaras leven, zal zich weldra in al zijn realiteit openbaren. Verlaten Jezus, die zij als Bruidegom heeft gekozen, houdt haar aan haar woord. Vanaf juni 1988 is haar gezicht steeds vaker heel bleek en haar glimlach steeds zwakker. Soms wordt ze overvallen door een pijn in haar linker schouder, maar noch zijzelf noch haar familie besteden er aandacht aan. Tegen het einde van de zomer echter, is de pijn opeens zo hevig dat bij het tennis spelen het raket haar uit de hand valt. De artsen proberen de pijn op verschillende manieren te behandelen maar hun pogingen blijken geen resultaat te boeken. Uiteindelijk vernemen Ruggero en Maria Teresa als eersten de resultaten van de diepgaande onderzoeken: hun dochter is aangetast door een osteosarcoom, een bijzonder pijnlijke vorm van botkanker. Dan begint de eindeloze kruisweg van onderzoeken, ziekenhuisopnamen, therapieën, operaties. Chiara hoopt te genezen en verliest haar prachtige glimlach niet; haar aandacht voor de anderen verslapt niet, in het bijzonder voor het drugsverslaafde meisje dat in het ziekenhuis in de kamer naast de hare ligt. Ze begeleidt haar tijdens de lange wandelingen door de gangen. Haar ouders vragen haar om haar krachten te sparen, maar zij antwoordt hun: «Ik krijg later tijd genoeg om te slapen.» In de maand maart daarna realiseert ze zich tijdens de eerste chemotherapiesessie in volle omvang hoe ernstig haar ziekte is. Lijkbleek keert ze weer naar huis, sluit zich af, weigert te praten en blijft moedeloos op bed liggen. Vijfentwintig minuten later wendt ze zich met een glimlach tot haar moeder: «Nu mag je spreken». Chiara heeft zojuist deelgenomen aan de doodstrijd van Christus in de Hof van Olijven; zonder voorbehoud heeft ze ja gezegd tegen Gods wil en zal ze niet meer achterom kijken. De glimlach die haar altijd kenmerkte komt weer terug om haar lippen.
Wit als sneeuw
Wetend waar ze voortaan heen gaat, begint Chiara aan een spirituele tocht naar de hemel, vrucht van heel haar voorbije leven. Ondanks de onophoudelijke pijn, klaagt ze nooit. Tijdens die zeventien maanden van haar lijdensweg spreekt ze voortdurend haar jawoord uit tegenover verlaten Jezus wiens beeltenis ze dicht bij haar bed heeft: «Als jij dat wil, Jezus, wil ik het ook!... Jezus maakt me tot in de kleinste zwarte puntjes in het gezicht schoon met bleekwater en dat brandt. Vandaar dat ik wit als sneeuw zal zijn wanneer ik aankom in het paradijs.» Soms moet ze wel toegeven: «Het is moeilijk geheel en al als christen te leven...maar het is de enige manier.» Het sportieve meisje vindt het zwaar de geleidelijke verlamming van haar benen te aanvaarden, maar zal uiteindelijk toch zeggen: «Als me werd gevraagd of ik weer zou willen beginnen te lopen, zou ik nee zeggen, want zo ben ik het dichtst bij Jezus.» Tegenover haar ouders herhaalt ze vaak: «Ieder ogenblik is kostbaar, we mogen het niet verknoeien; door zo te leven krijgt alles zin. Ieder ding krijgt zijn juiste proporties, zelfs in de verschrikkelijkste momenten, als het aan Jezus wordt aangeboden. Smart moeten we niet verspillen, zij heeft zin als men er een offerande aan Jezus van maakt.»
«We kunnen proberen het lijden te beperken, te bestrijden, maar we kunnen het niet uit de wereld helpen... Niet het vermijden van het lijden, niet de vlucht voor het lijden, heelt de mens, maar het vermogen het lijden te aanvaarden, daardoor te rijpen, er zin in te vinden door de vereniging met Christus, die met eindeloze liefde heeft geleden» (Encycliek Spe salvi, 30 november 2007, 37).
Chiara zal zich steeds bewust blijven van haar missionaire opdracht. Honderden mensen brengen haar een bezoek en zijn onder de indruk van de liefde die ze uitstraalt. Haar kamer wordt het toneel van blijde en zelfs gezongen ontmoetingen. Mgr. Maritano, bisschop van Acqui, waaronder Sassello valt, ontmoet haar meerdere malen; tezamen bevelen ze de jongeren van het diocees aan God aan. «Zij gaf blijk, zo zal hij zeggen, van een meer dan normale menselijke en christelijke rijpheid... De vermindering van haar lichamelijke capaciteiten gaf meer reliëf aan haar onbedwingbare zielskracht die ongetwijfeld werd ondersteund door de genade. Deze genade gaf haar de zekerheid van het waarachtig leven, van de ontmoeting met Onze-Lieve-Heer, waaraan in de loop van heel het ziekteproces niet werd getwijfeld. Chiara heeft werkelijk van de christelijke hoop geleefd.» Mensen uit de directe omgeving hebben eveneens getuigd van de spirituele ontwikkeling van de ouders; meegesleept door hun kind, met haar vereend in eenzelfde ideaal, herkennen ze boven het lijden uit de liefde van God. De artsen staan er versteld van: «Wij kunnen maar niet begrijpen, zal een van hen zeggen, waarom ze niet wanhopig waren. Ze waren met hun drieën maar ik zag maar één persoon.»
Een nieuwe naam
In die tijd krijgt Chiara Lubich, naar de gewoonte van de Focolari, een nieuwe naam: Chiara Luce. Haar licht straalt inderdaad al van verre: zij die ervan had gedroomd Afrikaanse kinderen te verzorgen wijdt zich nu met hart en ziel aan het project van een vriend die naar Benin is vertrokken om er waterputten te slaan. Ze geeft hem al het geld dat ze heeft gekregen voor haar achttiende verjaardag: het is het begin van een mooi avontuur dat leidt tot de bouw van een consultatiebureau voor de weeskinderen en een Opvangcentrum Chiara Luce. Tenslotte gebruikt ze haar laatste krachten voor de voorbereiding, samen met haar moeder en haar vrienden, van haar «bruiloftsfeest». Nadat ze haar keuze heeft gemaakt voor de lezingen, de gezangen en de witte jurk met de roze ceintuur die ze voor haar «echtverbintenis» met Jezus wil aandoen, sterft ze vredig op 7 oktober 1990, omringd door haar ouders. Ze is dan nog geen negentien. Haar laatste woorden zijn voor haar moeder: «Ciao (tot ziens), wees gelukkig omdat ik het ben!» dan drukt ze de hand van haar vader. Dan knielen de ouders neer, bidden het Credo en zeggen: «God heeft ons haar gegeven, God heeft ons haar weer ontnomen, gezegend zij zijn heilige Naam!» Tweeduizend mensen wonen haar uitvaart bij, geleid door Mgr. Maritano. Al snel reikt Chiaras uitstraling tot ver over de grenzen van Italië; steeds talrijker zijn de genaden die aan haar bemiddeling worden toegeschreven, zo zeer dat het proces voor haar zaligverklaring al in 1999 wordt geopend. Ze werd op 25 september 2010 in Rome zaligverklaard.
Chiara Luce had de zekerheid mateloos door God te worden bemind; haar onwankelbaar vertrouwen in de goddelijke goedheid gaf haar de verzekering dat God voor ons alleen het goede kan kiezen. Volgens het getuigenis van haar bisschop «wist ze dat het belangrijkste is zich over te geven aan Gods wil, en dat deed ze». Mogen wij, naar haar voorbeeld, in iedere situatie de Liefde Gods herkennen en Hem ons vertrouwen schenken, in de overtuiging dat in alles het heil wordt bevorderd van hen die God liefhebben! (Rom 8, 28)