|
Downloaden als pdf![]() [Cette lettre en français] [This letter in English] [Dieser Brief auf deutsch] [Esta carta en español] [Questa lettera in italiano] |
25 december 2008 Kerstmis |
Edward Maxim Crawley-Boevey, de toekomstige pater Mateo, is geboren als zoon van een protestante Engelse vader en een zeer vrome Spaanse moeder op 18 november 1875 in Arequipa, in Peru. Zijn moeder woont iedere dag de mis bij en ontvangt ook de communie; 's avonds bidt ze met het gezin de rozenkrans. Wanneer Edward nog geen 18 maanden oud is gaan zijn ouders naar Engeland en, omdat ze vrezen dat hij de reis niet zal verdragen, laten ze hem achter in de handen van de grootouders langs moeders zijde. Ze komen pas zeven jaar later terug naar Peru. Edward, die is opgegroeid als enige zoon in een zeer katholiek Spaanstalig gezin, heeft plotseling vijf broers en zusters waarvan de oudsten een Engelse opvoeding hebben genoten. Tegen het einde van 1884 besluit meneer Crawley in Valparaiso, in Chili, te gaan wonen. De jonge Edward verlaat ook zijn geboorteland en zal er nog maar zelden naar terugkeren. Aan zijn jongste jaren bewaart hij de herinnering van een gezin dat is vervuld van de warmte van Christus, ondanks de uitdagende houding van zijn vader jegens het katholiek geloof. Langzaam maar zeker ontkiemt in Edward het besluit de gezinnen ontvankelijk te maken voor het Rijk van Jezus Christus.
Edward legt een vroegtijdige ijver aan de dag voor het heil der zielen. Als jongeling houdt hij er al van de «mis te lezen» en voor zijn zusjes te preken. Hij blinkt uit in de kunst van spreken over godsdienst en wel zozeer dat hij wordt aangenomen als prediker tijdens de Mariamaand en de maand van het Heilig Hart in een naburig gezin. De vader van dat gezin die stervende is, wordt geraakt door zijn woorden en vraagt of hij katholiek mag worden. Daar geen enkele priester bereikbaar is, is Edward de vreugde beschoren deze man op zijn sterfbed te dopen. Deze bekering ontroert zijn eigen vader zeer en later zal deze zich ook bekeren en vurig praktiserend katholiek worden.
In 1885 wordt de jongen op school gedaan bij de Paters van de Congregatie van de Heilige Harten van Jezus en Maria, ook bekend onder de naam «Picpussen». Deze congregatie is in Frankrijk, dat midden in het revolutionair Schrikbewind verkeert, gesticht door pater Pierre Coudrin en Moeder Henriëtte Aymer de la Chevalerie met het doel genoegdoening te verschaffen aan Onze-Lieve-Heer door diens leven na te volgen en door het Heilig Sacrament, bron van de missionaire bevlogenheid van de religieuzen, te aanbidden. In Edward, die zich wil inzetten voor de zielen, is het verlangen naar het priesterschap groeiende. Op 4 oktober van dat jaar, nadat hij zijn moeder zijn complimenten heeft gemaakt tijdens een familiefeest, overhandigt hij haar een papier waarop hij heeft geschreven: «Als cadeau voor dit feest beloof ik Edward te laten intreden op de leeftijd van vijftien jaar». «U ondertekent het, nietwaar, mama?», vraagt Edward. Met tranen in de ogen leest mevrouw Crawley het papier en ondertekent het. De instemming van zijn vader krijgen is moeilijker, maar de laatste zegt, nadat hij de raad heeft ingewonnen van zijn schoolmeesters, tegen zijn zoon: «Je gaat ons verlaten om geestelijke te worden. Ik sta je vrijwillig toe te vertrekken, maar op één voorwaarde: als jij graag priester wil worden, wil ik graag dat je een heilige priester wordt».
Maat houden
Wat is werkelijk?
In 1906 stort de stad Valparaiso in door een hevige aardbeving. Pater Mateo spant zich dag en nacht in voor de talloze armlastigen die hun huis kwijt zijn geraakt. Zij gezondheid is echter niet bestand tegen deze klap: hij is zo uitgeput dat de doktoren hem voor een jaar lang alle werk verbieden. Zijn superieur besluit dan om hem naar Europa te sturen, een reis die een omkeer in zijn leven betekent. Hem valt inderdaad in juni 1907 de genade ten deel in privé-audiëntie te worden ontvangen door de Heilige Paus Pius X. Aan de voeten van de Heilige Vader zet hij het plan uiteen dat hem zo ter harte gaat en vraagt toestemming om de wereld te mogen veroveren voor het Heilig Hart door de gezinnen eraan toe te wijden. Nadat hij hem heeft aangehoord, antwoordt de Heilige Vader: «Nee, mijn zoon. Ik geef u geen toestemming, ik geef er u de opdracht toe: u zult uw leven wijden aan dit heilswerk».
De inhuldiging van het Heilig Hart
Een van de vruchten van deze devotie is de bekering van admiraal Latorre, een nationale held in Chili na de overwinning van een zeeslag tegen Peru. Pater Mateo vat sympathie op voor deze man die tegenover godsdienst onverschillig staat. Op een dag meldt hij zich bij hem en zegt: «Admiraal, ik ben vandaag gekomen om u de absolutie te geven. Dat is dus een oorlogsverklaring in de naam van de Hemel», antwoordt de admiraal lachend. «Ja, admiraal, in de naam van de Hemel», antwoordt de Pater. Daarna keert hij zich naar de afbeelding van het Heilig Hart en vervolgt: «Kijkt u eens naar deze ingehuldigde afbeelding in uw huis. Hij is uw Koning en de mijne, de hoogste Wetgever van de machtigen en de zwakken, van de admiraals en de zeelieden. Hij is de Koning van uw vrouw; allen die dit huis bewonen aanbidden hem op de knieën, ze beleven hun geloof, ze eerbiedigen zijn wetten; allemaal, behalve u. In de naam van het Heilig Hart dat u liefheeft en dat mij hier naartoe heeft gestuurd om u zijn barmhartigheid aan te bieden, geef u over aan zijn Hart». Latorre die niet langer lacht vraagt een ogenblik bedenktijd. De Pater hervat: «En als de dood vannacht kwam, zou u dan tegen hem zeggen dat hij nog maar eens moet terugkomen omdat u tijd nodig hebt om na te denken? Welnu, ditzelfde moment slaat de dood niet toe, maar het Leven, Jezus zelve!». Op de knieën bekent de admiraal de zonden van zijn leven. Een jaar later zal Pater Mateo hem helpen een goede dood te sterven.
In 1914 bevindt Pater Mateo zich opnieuw in Europa om er te preken en secretariaten op te richten. Het werk wordt omvangrijker en de moeilijkheden ook. Sommige bisschoppen maken bezwaren tegen de uitdrukking «inhuldiging» die tegenstrijdig wordt bevonden met de gebruiken in de Kerk en niet voorzien van de noodzakelijke toestemming. Op 6 april 1915 wordt Pater Mateo in audiëntie ontvangen door Paus Benedictus XV. Deze stuurt hem op 27 april een brief ter goedkeuring waarin hij een definitie geeft van «inhuldiging»: «Opstelling van de beeltenis van het Heilig Hart, als op een troon, op de aanzienlijkste plek van het huis, en wel zo dat Jezus Christus, Onze Heer, zichtbaar regeert in de katholieke huisgezinnen». Het wezen van deze inhuldiging is niet te herleiden tot een toewijding van voorbijgaande aard, een familiefeest van een dag; het gaat erom Jezus werkelijk op een troon te plaatsen binnen het gezin, opdat Hij er zal wonen als de Koning ervan, en dat het gezin iedere dag bij elkaar komt rondom zijn troon om Hem het offer van aanbidding en liefde te brengen.
Het gezin in het licht van het geloof
In zijn brief aan Pater Mateo maakt Paus Benedictus XV gewag van drie plagen die het gezin kapot maken: «Echtscheiding die de duurzaamheid van het gezin op losse schroeven zet, het onderwijsmonopolie dat het gezag van de ouders terzijde schuift, de genotzucht die vaak in tegenstelling staat met het in acht nemen van de natuurwet». De inhuldiging van het Heilig Hart levert tegen deze kwaden de dubbele remedie van een uitstralend geloof en van daadwerkelijke liefde. Deze inhuldiging, zo schrijft Benedictus XV verder, «draagt op de eerste plaats de christelijke geest uit doordat zij in ieder huisgezin het rijk en de liefde van Jezus Christus vestigt. Daarmee doet u niet anders dan gehoorzamen aan Onze-Lieve-Heer zelve, die heeft beloofd dat een regen van zegeningen zal neerdalen op de huizen waarin de beeltenis van zijn Heilig Hart is uitgestald en met devotie wordt geëerd. En daar Christus volgen niets te maken heeft met handelen vanuit een oppervlakkig godsdienstig gevoel dat zwakke en tere harten ontroert, maar de zonde laat voortbestaan, is het noodzakelijk dat wij Christus, zijn leer, zijn leven, zijn lijden, zijn heerlijkheid kennen. Christus volgen is doordrenkt zijn van een levend en rotsvast geloof dat niet alleen van invloed is op de geest en het hart, maar ook ons gedrag beheerst en leidt« Niets is gepaster voor de noden van onze tijd» (ibid). Benedictus XVI zegt in de geest van zijn voorganger: «Het gezin was en is nog steeds een school van het geloof, het oefenterrein voor de menselijke en burgerlijke waarden, de huiselijke kring waarin het menselijk leven ontstaat en met mildheid en op verantwoordelijke wijze wordt begroet. Het lijdt momenteel echter onder de moeilijke situaties die worden veroorzaakt door de verwereldlijking en het ethisch relativisme, door de verschillende binnenlandse en buitenlandse migratiestromen, door de armoede, door de maatschappelijke instabiliteit en door de burgerlijke wetten die in strijd zijn met het huwelijk en die, door het begunstigen van anticonceptie en abortus, de toekomst van de volkeren bedreigen» (13 mei 2007).
Een nog groter kwaad
Hoewel goedgekeurd door de Kerk en in zijn waarde bevestigd door de wonderbaarlijk snelle groei ervan, is het werk van de inhuldiging ook getekend door het kruis. Pater Crawley is voortdurend in de weer met preken in verschillende landen en in verschillende talen; buiten de vermoeidheid in verband met de veelvuldige reizen en de veranderingen van leefwijze, lijdt hij ook aan jicht, een ziekte waar hij niet meer van verlost zal worden. In Italië worden de secretariaten van het werk toevertrouwd aan een ander organisme: het Gebedsapostolaat; sommigen werpen bezwaren op tegen de inhuldiging en de Pater is verplicht opnieuw aan Benedictus XV te vragen tussenbeide te komen. In Frankrijk waar de oorlog nog niet voorbij is, wordt Pater Mateo aangeklaagd als oproerkraaier: de regering ontneemt hem zijn paspoort en belet hem het land te verlaten. Het paspoort zal hem pas in maart 1919 worden teruggegeven.
In 1923, tijdens een preektoernee door Engeland, spreekt Pater Mateo de katholieke onderwijzers als volgt moed in: «Onze-Lieve-Heer heeft u zijn kostbaarste schatten toevertrouwd; wees niet alleen onderwijzers, maar ook apostelen, zaaiers van leven en liefde. Veel katholieken menen dat het apostolaatwerk het monopolie is van priesters. Ze zeggen: «Wat kan ik eraan doen, dat is mijn werk niet!» Maar dat mag u niet zeggen. Dat u geestdriftige katholieken bent is niet genoeg; voor u is het apostolaat een plicht en geen weelde. Het is uw plicht om de zielen van anderen te redden en daarvoor moet u meer zijn dan alleen maar onderwijzers. U moet Onze-Lieve-Heer helpen zielen te redden voor de eeuwigheid. De vijanden van Christus voeren een krachtige strijd en doen de grootste moeite om de zielen de weg naar de Hemel te versperren« De vijanden van onze goddelijke Koning leggen vaak meer ijver aan de dag dan zijn vrienden».
In die jaren schrijft de Pater een boek over de drie grove beledigingen die Onze-Lieve-Heer worden aangedaan door de moderne maatschappijen: de gezagscrisis en de ongeordendheden die deze met zich meebrengt zijn een krenking van het gezag van Christus-Koning; de zedeloosheid en in het bijzonder de ontuchtigheid in de kleding zijn een belediging van de heiligheid van Christus; de crisis in de priester en religieuzenroepingen doet afbreuk aan de eer die wij Christus zijn verschuldigd. In België verklaart Pater Mateo tegenover een menigte vrouwen en meisjes: «Christendom bestaat niet zonder kuisheid. Er bestaat geen kuisheid zonder eerbaarheid».
Op 25 januari 1935 scheept hij in naar het Verre Oosten. Tijdens deze rondreis krijgt hij te horen dat zijn moeder is overleden. Op haar overlijdensprentje laat hij de woorden vastleggen die hij haar ooit had geschreven: «Wat zou ik je graag nog eens zien voor je sterft! Maar ik offer dit verlangen graag op om samen met jou apostel van het Hart van Jezus te zijn. Ja, preek, preek zonder ophouden, en de tranen van je moeder zullen het zaadje dat door haar priester is gezaaid water geven». De Pater doorkruist het Oosten, organiseert de ene lezing na de andere retraite en nodigt priesters, religieuzen en gelovigen uit om terug te keren naar de bron van het christelijk leven: de liefde voor het Hart van Christus. In het bijzonder voor de priesters is zijn wachtwoord: «Qualis Missa, tallis Sacerdos», een priester is waard wat zijn mis waard is. In dezelfde zin merkte Paus Johannes Paulus II op: «Een priester is waard wat zijn eucharistie, vooral zijn Mis waard is. Mis zonder liefde, onvruchtbare priester; godvruchtige Mis, priester veroveraar van zielen. Wordt de eucharistische devotie veronachtzaamd en ontdaan van liefde, loopt de priester het gevaar het spoor bijster te worden» (16 februari 1984).
«Sterven alvorens dood te gaan»
In de Litanieën van het Heilig Hart roept de Kerk Jezus aan als «Koning en Middelpunt van alle harten». Laten we Hem, naar het voorbeeld van Pater Mateo, smeken alle gezinnen te vergunnen dat ze mogen verenigd blijven door het gebed, het ontvangen van de sacramenten en de wederzijdse steunverlening. Zo zal de hele wereld, als ze eindelijk is onderworpen aan zijn zo zachte juk, een tijd kennen van vrede, een gunstige tijd voor het heil der zielen.