Brief

Blason   Abdij Saint-Joseph de Clairval

F-21150 Flavigny-sur-Ozerain

Frankrijk


Downloaden als pdf
[Cette lettre en français]
[This letter in English]
[Dieser Brief auf deutsch]
[Esta carta en español]
[Questa lettera in italiano]
30 november 2021
feest van heilige André


Dierbare Vriend van de Abdij Saint-Joseph de Clairval,

De op 14 september door Paus Paulus VI heilig verklaarde Elizabeth Anne Seton is de eerste bloem die prijkt op de kalender van Noord-Amerikaanse heiligen. Als moeder van een gezin en weduwe geworden, heeft ze een kloosterorde gesticht die tegenwoordig ongeveer 14.000 leden telt, verdeeld over negentig landen.

Voedsel geven aan de armen

Elizabeth Anne Bayley is geboren in New York op 28 augustus 1774, als tweede kind van dokter Richard Bayley, chirurg, en Catherine Charlton. Beiden stammen af van families die de oorsprong zijn van de Britse bevolking van de stad. Als eerste officier-arts van de haven van New York, is Richard belast met emigranten die een medische controle ondergaan en in quarantaine zitten op het Staten Eiland. Hij behandelt ook de stedelingen, met name tijdens epidemieën, zoals de gele koorts. De grootvader van moeders kant van Elizabeth is dertig jaar rector geweest van de episcopaalse kerk Sint-Andreas-op-Staten. Het meisje is opgevoed binnen de episcopaalse kerk (de Amerikaanse vorm van de anglicaanse godsdienst) in de jaren die volgden op de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten. Ze is nog maar drie jaar wanneer ze in 1777 haar moeder verliest. Enige tijd later trouwt haar vader voor de tweede keer en wel met Charlotte Amelia Barclay. Deze neemt deel aan de liefdadigheidswerken van haar kerk en neemt de kleine Elizabeth soms mee om voedsel en kleren aan de armen te geven. Na de geboorte van hun vijfde kind gaat het echtpaar uit elkaar. Meneer Bayley besluit naar Londen te gaan om zijn studie af te ronden. Elizabeth en haar zus worden opgenomen in het gezin van een oom van moeders kant, maar maken door de afwezigheid van een moeder een moeilijke tijd door. In haar dagboek tekent het meisje haar overdenkingen over de schoonheid van de natuur en de muziek op. Men treft er ook haar spirituele en godsdienstige aspiraties aan. Ze rijdt graag te paard en wordt een goede pianiste.

In 1794 huwt Elizabeth William Seton, welgestelde reder van vijfentwintig jaar. Uit hoofde van zijn beroep heeft hij in Europa gereisd en heeft vrienden tot in Italië. Kort na hun huwelijk trekken de jonge echtelieden in een mooi huis in Wall Street, een van de rijkste buurten van New York. De familie van William belijdt de episcopaalse godsdienst, en Elizabeth zet samen met haar schoonzuster Rebecca, haar liefdadigheidswerk voort dat ze ooit was begonnen met haar stiefmoeder en staat zelfs arme stervenden bij in hun laatste uren. Ze wordt de penningmeester van de liefdadigheidsinstelling. De echtelieden Seton krijgen vijf kinderen en nemen bovendien de zes jongere broers en zussen van William in hun gezin op. Maar de conflicten tussen Frankrijk en Engeland bezorgen hun een fikse financiële tegenslag en ze moeten zelfs hun huis opgeven. De gezondheid van William die al geruime tijd aan tuberculose leed gaat achteruit en de artsen raden hem een verblijf in Italië aan. Elizabeth en haar oudste dochter, Anne, acht jaar, gaan met hem mee. Wanneer ze in Livorno aankomen, op 18 november 1803, vanuit New York waar de gele koorts heerst, worden ze in quarantaine gestopt in een ellendig lazaret. In haar dagboek schrijft Elizabeth: «Niet alleen heb ik besloten het kruis te dragen, maar heb het ook gekust. En op dat moment, terwijl ik God loofde om zijn bewijzen van troost, werd William overvallen door een crisis die zijn krachten bijna te boven gingen.» En verder op: «Nadat alle pijn was verzacht heb ik in mijn eentje het officie gebeden, wat William vandaag niet heeft kunnen doen.» Dat officie omvatte gebeden voor de ochtend en de avond die de echtelieden hadden samengesteld uit wat ze hadden gehaald uit de zeldzame Anglicaanse boeken die ze tot hun beschikking hadden.

Elizabeth beleeft deze quarantaine in een stil gebed van troost: «Ik bezie mijn positie als een schat. Al verkeert mijn lichaam in gevangenschap, is mijn ziel in vrijheid, in zo’n staat van vrijheid dat zo lang dit lichaam en deze ziel verenigd zullen zijn op deze aarde, ik wellicht niets soortgelijks zal smaken.» De kleine Anne schijnt ook geestelijk in vervoering te zijn op gebieden die meisjes van haar leeftijd eigen zijn, maar ze begrijpt heel goed dat haar vader stervende is. Wanneer ze hem de episode voorleest van Johannes de Doper in gevangenschap, zegt ze tegen hem: «Ja, papa, Herodes heeft hem gevangengenomen, maar mevrouw Herodiade heeft hem de vrijheid gegeven. – Nee, lieve kind, ze heeft hem het hoofd laten afhakken. – Juist, ja, papa, ze heeft hem uit de gevangenis gehaald en naar God gestuurd».

Een diep verlangen naar Christus

Op 17 december loopt de quarantaine af, maar William is uitgeput. De schoonheid van het landschap tijdens de reis naar Pisa maakt dat er echter weer een glimlach op zijn gezicht verschijnt. De bevriende familie Filicchi hebben in die stad een gerieflijk huis voor hen. Maar weldra neemt Williams kwaal weer de overhand en vraagt hij of hij het “sacrament” mag ontvangen. De familie Seton is niet het geluk beschoren over de sacramenten van de katholieke Kerk, Eucharistie en Ziekenzalving, te beschikken, maar ze volgen wat gebruikelijk is in hun kerk: één en al devotie, giet Elizabeth al biddend een beetje wijn in een glas, vervolgens drinken ze, de een na de ander, uit deze kelk van dankzegging, met de blik gericht op de eeuwigheid. Dit gebaar roept de eerste kelk van dankzegging op die Jezus zijn apostelen te drinken gaf (Lc 22,17-18). Uit de harten van Elizabeth en haar man wellen een diep verlangen naar Christus op. De scheepskapitein die hen had meegenomen komt op Kerstdag op bezoek en William vertrouwt hem zijn vrouw toe om haar mee terug te brengen naar de Verenigde Staten. Deze bezorgdheid van haar stervende echtgenoot ontroert Elizabeth diep. William geeft zijn ziel terug aan God op 27 december en wel met deze woorden: «Mijn Christus Jezus, heb medelijden met mij En ontvang mij! Mijn Christus Jezus…»

De broers Filicchi, Filippo en Antonio, zakenrelaties van William, zijn echte vrienden: spontaan belasten ze zich met alle formaliteiten voor de begrafenis, en nemen Elizabeth en haar dochter in hun huis op. Dit eerste contact met een katholieke familie maken diepe indruk op de jonge weduwe. De familie Filicchi neemt hen mee naar Florence, unieke stad van kunst, gelegen in de schitterende Toscaanse natuur. Dankzij de natuur- en kunstschatten hervindt Elizabeth haar levenslust, zonder evenwel haar geliefde echtgenoot te vergeten. Tegelijkertijd is ze verrast zich zo diep aangetrokken te voelen door de ingetogenheid van een katholieke samenkomst: «Ik viel op mijn knieën op de eerste plaats die vrij was en vergoot een stroom van tranen.» Te intelligent en eerlijk tegenover zichzelf om deze nieuwe gewaarwordingen weg te stoppen, ondervraagt ze de familie Filicchi over het verschil tussen de episcopaalse en de katholieke godsdienst. Antonio antwoordt haar in alle eenvoud: «Een enkele is waarachtig, en zonder haar kan men God niet behagen». Deze duidelijke vaststelling legt in korte tijd een lange weg af in de ziel van Elizabeth. Eén Heer, één geloof, één doop, verklaart H. Paulus (Ef 4,5).

In feite «heeft Jezus de Heer, de enige Heiland, niet enkel een gemeenschap gevormd van leerlingen, maar Hij heeft de Kerk gesticht als mysterie van heil… De gelovigen zijn gehouden te belijden dat er een, op de apostolische opvolging gebaseerde, historische continuïteit bestaat tussen de door Christus gestichte Kerk en de katholieke Kerk: dit is de enige Kerk van Christus.» (Dominus Jesus, n. 16).

Antonio heeft de plicht vervuld van de christelijke leken: medewerkers van de waarheid zijn (3 Joh 8). Of zoals heilige Thomas van Aquino het zegt: «Het geloofsonderricht is de taak van iedere gelovige» die op deze wijze een geestelijk werk van barmhartigheid volbrengt (cf. Catechismus van de Katholieke Kerk, CKK, nrs. 904 en 2447).

Het kruisteken maken

Op 18 februari 1804 schepen de jonge weduwe en haar dochter in voor hun terugreis naar Amerika. Elizabeth draagt de kledij van Toscaanse weduwen welke, in het vervolg die van de religieuzen zal worden van de orde die zij opricht. De familie Filicchi begeleidt haar tot op de kade; met grote fijngevoeligheid is het hun gelukt haar het geld te doen aanvaarden dat ze in de nabije toekomst nodig zal hebben. Maar Anna, en daarna ook haar moeder, moeten, besmet door de roodvonk, hun vertrek uitstellen. De familie Filicchi maakt van dit uitstel gebruik om over godsdienst te spreken met de jonge vrouw die meer en meer bemerkt hoe stevig het katholiek geloof in elkaar zit: «Zij bezitten God in het Sacrament, zegt ze bij zichzelf… Hij woont in hun kerken. Onlangs ben ik in een ogenblik van uiterste nood, juist toen het Allerheiligste voorbijkwam, op de knieën gevallen… ik heb God toegeroepen dat Hij mij zou zegenen, als Hij daar was.» Ze heeft ook een ervaring met het moederschap van de Heilige Maagd: «Laat ons, door zijn Moeder, Hem zekerder kunnen vinden!» De broers begeleiden haar en zijn verrukt van de genaden die God haar verleent: «Antonio, zo zegt ze, leerde mij het kruisteken maken en in welke geest ik dat moest doen.»

Bij aankomst in New York, op 4 juni, worden ze opgewacht door de hele familie, behalve de schoonzus Rebecca, die sterft aan tuberculose. Elizabeth legt haar haar geloof in de katholieke Kerk uit dat Rebecca volledig in zich opneemt alvorens, vervuld van vreugde, op 18 juli te sterven. Daarentegen ontketent Elizabeth een storm van verontwaardiging in de kringen van de Episcopaalse kerk waar het geloof verbonden is met een soort van godsdienstig patriotisme. In deze smartelijke periode wordt Elizabeth geholpen door pater Cheverus, priester verbonden aan de missie van Boston. Wanneer hij terugkomt van een reis naar Ierland treft hij een briefje aan van Elizabeth die verklaart klaar te zijn om de grote stap te maken: «Ik zoek alleen God en zijn Kerk; ik verwacht de vrede van zijn kant en geenszins van de kant van de mensen.»

In februari 1805, gaat Elizabeth voor de eerste keer een bescheiden katholieke kerk in New York binnen, destijds de enige in die stad, gewijd aan H. Petrus. De antikatholieke wetten, geërfd van de Kerk van Engeland, zijn pas een paar jaar tevoren afgeschaft, en de katholieke gemeenschap telt nog maar zeer weinig leden, voornamelijk Ierse emigranten. Voor het tabernakel stort de jonge vrouw haar hart uit: «Ach! Mijn God, laat mij hier blijven!» Ze treedt formeel toe tot de katholieke Kerk op de eerstvolgende 14 de maart, via Pater Matthew O’Brien, Iers dominicaan; ze ontvangt meteen de Eucharistie die haar dagelijks voedsel wordt. Zij die in Italië met zo’n innige spijt had ervaren dat ze niet ter communie mocht, is opgetogen: «Wat is de zon stralend op dit uur van de ochtend wanneer ik iedere dag uitga om me voor te bereiden op die heilige Communie!» Een jaar later ontvangt ze het sacrament van het Vormsel uit handen van Mgr. John Caroll, eerste bisschop van het eerste bisdom dat in 1798 is opgericht in de Verenigde Staten, in Baltimore. Bij die gelegenheid vertrouwt de jonge vrouw de bisschop haar verlangen toe een leven te leiden dat volledig is gewijd aan de Heer.

Hoe de anderen te onderrichten?

Langzaam maar zeker neemt Elizabeth afstand van haar vroegere Episcopaalse vrienden die haar bekering niet goedkeuren; sommigen bekeren zich echter, waaronder meerdere kinderen van haar schoonfamilie. Tijdens haar bekering moet een jong meisje zelfs het ouderlijk huis verlaten en bij Elizabeth haar toevlucht zoeken. Deze heeft een academie opgericht voor meisjes, maar haar bekering komt haar te staan op het verlies van al haar leerlingen. Ze vat het plan op naar Canada te emigreren waar meer katholieken zijn. Mgr. Caroll en Pater Cheverus die katholieke scholen willen oprichten, vergeten haar echter niet. In 1807 heeft de Paus vier nieuwe bisdommen in de Verenigde Staten in het leven geroepen en maakte van Baltimore de hoofdstad van de kerkprovincie. Wanneer Mgr. Caroll aartsbisschop is geworden besluit hij het eerste Amerikaanse seminarie op te richten in Mount Saint Mary. Eerwaarde Louis Du Bourg, Frans priester van Saint-Sulpice, die dan een katholieke school sticht dichtbij het nieuwe seminarie, gaat met de jonge weduwe in gesprek over de oprichting van een school voor meisjes waarover zij de leiding zou voeren. Na lang nadenken en raad te hebben ingewonnen accepteert Elizabeth het voorstel en begeeft zich naar Baltimore.

Vanaf september 1808 opent de school haar deuren, met de dochters van mevrouw Seton en vier pensionaires als leerlingen. In januari 1809 worden andere kinderen aan haar toevertrouwd ter voorbereiding op de Eerste Communie. Eerwaarde Du Bourg houdt er echter veel diepzinnigere denkbeelden op na; om tegemoet te komen aan de verlangens van Elizabeth wijdt hij haar in in het religieuze leven. Het ontluikend werk trekt een aantal jonge meisjes aan en zo komt een regulier leven tot stand. Men begint Elizabeth zelfs “Moeder” te noemen. Geknield voor de kleine groep van haar nieuwe dochters, zegt Moeder Seton: «Hoe zou ik anderen kunnen onderrichten, ik die mijzelf zo weinig ken, die zo ellendig en onvolmaakt ben?» Maar in vertrouwen op de kracht van Gods genade zal ze zeggen: «Wij weten met zekerheid dat God ons roept tot een leven van heiligheid. Wij weten dat Hij ons alle nodige genaden in overvloed geeft. Welnu, hoewel we op onszelf zo zwak zijn, kan die genade ons zo ver krijgen dat wij alle obstakels zullen overwinnen.»

De Zusters kiezen voor een eenvormig kloosterkleed, dat de stichteres draagt als ze terugkomt uit Italië. Eerwaarde Du Bourg wordt benoemd tot kerkelijk overste. Op 2 juni 1809 verschijnen vier Zusters voor het eerst in kloosterkleed in het openbaar, met Moeder Seton die, alleen, haar eerste geloften van gehoorzaamheid, kuisheid en armoede aflegt in de handen van Mgr. Caroll. De eerste vrouwelijke congregatie op Amerikaanse bodem is geboren. Haar kernspreuk zijn drie bijeengevoegde zinnen uit het Nieuwe Testament: De liefde van Christus laat ons geen rust (2 Kor 5,14) – Aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd (Mat 11,5) – Een van hart en een van ziel (Hand 4,32). Dan meldt de jonge schoonzus van Elizabeth, Cecilia Seton, zich om toe te treden tot de communauteit. Ze wordt met blijdschap verwelkomd ondanks haar zwakke gezondheid. Haar komst versnelt het plan de communauteit te verhuizen naar een domein in de bergen, waar de lucht gezonder is dan in Emmitsburg, in Maryland, op vijfenzeventig kilometer afstand van Baltimore. De verhuizing vindt plaats in 1809. Het huis is echter nog niet in gereedheid gebracht om de Zusters te verwelkomen die zich voorlopig laten onderbrengen in het logement van eerwaarde Dubois, een andere priester van Saint-Sulpice en verantwoordelijke van de plaatselijke missie.  In die begindagen moeten ze naar de rivier afdalen om de was te doen. Maar wat telt voor de Moeder is het volbrengen van Gods wil. God die oneindig veel van ons houdt, leidt inderdaad alle gebeurtenissen door zijn Voorzienigheid en bevordert in alles het heil van die Hem liefhebben (Rom 8,28). Moeder Elizabeth is druk in de weer met de bouw van een school, met een pensionaat en onderkomen voor de Zusters. Vanuit Italië financiert de familie Filicchi royaal haar werken; ze schrijft hen vaak, en vraagt de familie op een dag zelfs in alle eenvoud op welke som geld ze mag rekenen. Ze ontvangt ook de hulp van een rijke bekeerling, Meneer Samuel Cooper, die vervolgens naar het seminarie van Mount Saint Mary zal gaan en priester wordt. Een jaar later is het schooltje Academie Saint Joseph geworden, gewijd aan de opleiding van katholieke meisjes.

Lage poorten

Tijdens heel haar religieus leven geniet Moeder Elizabeth de steun van haar achtereenvolgende biechtvaders, priesters van Saint-Sulpice. Die hulp wordt bijzonder gewaardeerd wanneer haar instituut in 1810 een nieuwe kerkelijk overste, Eerwaarde David, eveneens priester van Saint-Sulpice, krijgt toegewezen. Meerdere maanden lang stuit de stichteres op het onbegrip van deze priester die het op een gegeven moment aanstuurt op haar vertrek uit het moederhuis. Maar weldra wordt hij vervangen door Eerwaarde Dubois, tot grote opluchting van de Zusters. In 1811 neemt de communauteit de naam Zusters van Liefde van H. Jozef aan, en neemt de regel over van de heiligen Vincentius a Paulo en Louise de Marillac. Zoals de zusters van heilige Vincentius «hebben de Zusters de gehoorzaamheid als clausuur en de vreze Gods als hekwerk». De Moeder moedigt hen aan veel te bidden: «Wij moeten onophoudelijk bidden, wat er ook moge gebeuren en voor welke taken wij ook komen te staan in het leven; dat gebed is de gewoonte ons hart te verheffen naar God, in voortdurende samenspraak met Hem.» De Moeder spoort ze ook aan tot nederigheid: «De poorten van de Hemel zijn laag. Alleen de nederige kunnen ernaar binnen.»

De stichteres krijgt heel wat kruisen te dragen, die zijn toe te schrijven aan intern onbegrip, aan de dood van twee van haar dochters en meerdere jonge zusters. Wanneer die beproevingen haar treffen, erkent ze: «Het geloof verheft de ziel. De hoop ondersteunt haar. De ervaring leert dat dit moet gebeuren. En de liefde zegt ons… het zij zo!» Nu ze al geruime tijd ziek is, verklaart ze «over een heel flauwe en onzichtbare helling heen te gaan naar de geliefde eeuwigheid. De verwoesting van de natuur heeft reeds zo zeer het perspectief voor mijn ogen verkort dat ik niets verder kan zien dan het moment waarin we leven… Ik doe wat ik kan om op het smalle pad te blijven dat naar God alleen voert.» Innerlijk maakt Moeder Seton een diepgaande crisis door van geestelijke dorheid, ongevoeligheid en zelfs van angst. Er is aan de buitenkant niets van te zien, maar de brieven aan haar geestelijk leidsman geven er blijk van. Dit leed verhindert haar niet te schrijven: «Ik probeer van iedere ademhaling van mij een onophoudelijke dankzegging te maken.» Wanneer ze terugdenkt aan haar vriendinnen schrijft ze hun: «De levensomstandigheden scheiden ons van onze dierbaarste vrienden, maar laat ons niet wanhopen, God is als een verrekijker die het de zielen mogelijk maakt zich onder elkaar te zien. Hoe meer we met Hem verenigd zijn door de liefde, des te dichter zijn we bij hen die Hem toebehoren.»

Kinderen van de Kerk

Moeder Seton is ook belast met de catechisatie van de kinderen in de directe omgeving.  Er komen ook arme meisjes naar de school, maar in 1812, is het merendeel van de leerlingen afkomstig uit de welgestelde kringen die de kosten van het pensionaat en het schoolgeld dragen. Weldra zijn de verhoudingen omgekeerd en zullen er zelfs veertig arme meisjes op school zitten die gratis onderwijs, boeken en eten krijgen. De Zusters van Liefde doen bij gelegenheid ook ander werk zoals zorg voor de armen en zieken. Maar weldra vraagt de aartsbisschop van Baltimore om een stichting in zijn bisschopsstad. In 1814 stuurt Moeder Seton een flink aantal zusters naar Philadelphia. In 1817 verwelkomt het bisdom New York ook Zusters die beginnen met de zorg voor  de talloze wezen in de stad.

In het begin van de zomer van 1820 verslechtert de gezondheidstoestand van de Moeder: hoest, hoofdpijnen, koorts. Op aandringen van Eerwaarde Dubois begint men met de bouw van een nieuw perceel van de kloosterschool, en de Moeder krijgt het zwaar te verduren met het toezicht op het verloop van de werkzaamheden. Spoedig wordt ze gedwongen het bed te houden, maar iedereen ziet dat ze getrouw en zo goed mogelijk de regel opvolgt en de Zusters aanmoedigt. Half september ontvangt ze het sacrament der zieken. Er zet zich echter even een verbetering in. Het Kerstfeest wordt gevierd met een zekere angst want iedere zuster wist dat de overste stervende was. De eerste januari ontvangt deze voor het laatst de communie. Nadat ze nog een keer alle aanwezige zusters heeft bedankt, zegt ze: «Weest kinderen van de Kerk! Weest kinderen van de Kerk!» Op een nacht hoort een Zuster die bij haar waakt haar de woorden uitspreken van een gebed dat Paus Pius VII zojuist heeft gemaakt: «Moge de zeer gerechte, zeer verheven en zeer beminnelijke wil van God boven alles en voor altijd in alle dingen worden geprezen, volbracht en verheerlijkt!» Kort voor het ochtendgloren, op 4 januari 1821, geeft ze op zesenveertigjarige leeftijd de geest. Ze wordt begraven op het kerkhof van de communauteit. Daar bevindt zich nu het nationaal heiligdom Heilige Elizabeth-Anne-Seton. Aan Moeder Setons zijde bevond zich haar laatste dochter, Catherine Seton (1800-1891), die religieuze wordt in de Ierse Congregatie van de Zusters van Barmhartigheid. In 1821 bestaan er twintig huizen in de Verenigde Staten. Later zullen meerdere van die huizen, waaronder dat in New York, zelfstandige instituten worden.

Heilige Elizabeth Seton heeft geleden in haar zoektocht naar de waarheid, en om trouw te blijven aan die erkende waarheid. Het lidmaatschap van de Kerk van Christus was voor haar van heel bijzonder belang. Moge zij voor ons verkrijgen dat ook wij grote trouw aan de Kerk, de Bruid van Christus, en een steeds intensere toewijding te haren dienste aan de dag leggen!

Dom Antoine Marie osb

Om het Blad van de Abdij Saint-Joseph de Clairval te publiceren in een tijdschrift, blad... of on het internetsite of een website te plaatsen, is een toelating vereist. Deze dient te worden aangevraagd per E-Mail or bij https://www.clairval.com.