|
[Cette lettre en français] [This letter in English] [Dieser Brief auf deutsch] [Esta carta en español] [Aquesta carta en català] [Questa lettera in italiano] [Esta carta, em Português] |
15 januari 2003 H.H. Maurus en Placidus |
Een paar jaar eerder, zei Paus Johannes Paulus II reeds tegen de jongeren in Denver (V.S.): «De bedreigingen voor het leven nemen met de tijd niet af. Ze nemen integendeel enorme afmetingen aan... Het zijn wetenschappelijk en stelselmatig geprogrammeerde bedreigingen. De twintigste eeuw zal een eeuw zijn geweest van massale aanvallen op het leven, een eindeloze reeks van oorlogen en een voortdurende slachting van onschuldige menselijke levens...» (14 augustus 1993). We worden geconfronteerd met een «samenzwering tegen het menselijk leven», waarbij internationale instellingen ware campagnes programmeren ter verbreiding van contraceptie, sterilisatie, abortus en euthanasie, met de medeplichtigheid van de media. De publieke opinie krijgt deze praktijken voorgeschoteld als tekenen van vooruitgang en verovering van vrijheid, terwijl de verdedigers van het leven worden uitgemaakt voor vijanden van de vrijheid en de vooruitgang (cf. Encycliek Evangelium vitae, 25 maart 1995, n.17).
Op een tijdstip waarop de wereld ernstig bezorgd is om de vrede willen wij de woorden in herinnering brengen van Moeder Teresa bij gelegenheid van de uitreiking van de Nobelprijs voor de Vrede op 10 december 1979: «De grootste verstoorder van de vrede is tegenwoordig de misdaad tegen het onschuldige nog niet geboren kind». God kan de misdaad van Kaïn inderdaad niet onbestraft laten: het bloed van Abel verlangt dat God recht laat wedervaren. God zegt tegen Kaïn: Wat hebt gij gedaan? Hoor, het bloed van uw broer roept uit de grond tot mij (Gen 4,10). Niet alleen het bloed van Abel, maar ook dat van alle onschuldig vermoorde mensen roept om wraak van de hemel. (cf. Katechismus van de Katholieke Kerk, KKK, n. 2268). Welnu, in de loop van de afgelopen decennia zijn miljoenen onschuldigen in de schoot van hun moeders gedood.
De overgang naar het derde millennium is in Frankrijk geen reden geweest voor een ommekeer naar een politiek die het leven gunstig gezind is. Vanaf het jaar 2000 is verspreiding van NorLevo (de zogenoemde «morning-after» pil die in werkelijkheid een vruchtafdrijvend produkt is) toegestaan aan minderjarigen in schoolinstellingen, zonder toestemming van de ouders. Op 4 juli 2001 maakt een nieuwe wet op abortus de bepalingen van de vorige wet (1979) die Vrijwillige Onderbreking van de Zwangerschap (VOZ = abortus) voorstelde als laatste redmiddel in een noodsituatie, nog erger. Voortaan gaat het om een echt «recht op abortus» dat een einde maakt aan het merendeel van de bepalingen die behoud van het leven van het kind beoogden; de wettelijke termijn is verlengd van 10 tot 12 weken, de toestemming van de ouders voor minderjarigen is afgeschaft, aansporing tot abortus niet meer strafbaar en aan de motieven voor vervolging van tegenstanders van abortus is meer kracht verleend.
«Goed nieuws» voor onze tijd
Als tiende van dertien kinderen (waarvan er vijf op jeugdige leeftijd zullen sterven), wordt Jeanne geboren op 4 oktober 1922 in Magenta (Italië) in een gezin waarvan de ouders, die lid zijn van de Derde Orde van Sint Franciscus en elke dag de mis bijwonen, voor een sfeer van rust en christelijkheid zorgen. Op zondagmiddag vergezellen de kinderen hun vader wanneer hij op bezoek gaat bij de armen, bejaarden, verlaten of verwaarloosde mensen. Moeder weet altijd geld te sparen voor de missie.
Op 4 april 1928 doet Jeanne haar eerste communie. De Eucharistie wordt dan voor haar onontbeerlijk dagelijks voedsel. Op school is ze een middelmatige leerling: pas tegen het eind van de lagere school behaalt ze goede resultaten. Op 9 juni 1930 ontvangt ze het Vormsel. Eenmaal op de middelbare school is ze nog steeds geen briljante leerling. Haar christelijk leven is echter intens en heeft zijn uitstraling: doordat ze iedere dag even tijd neemt voor meditatie heeft ze de kracht om de hele dag met vreugde lief te hebben. Met haar open instelling vergeeft ze gemakkelijk en verdraagt geduldig het verdriet dat de verschillen in karakter met zich meebrengen. Ze waardeert de schoonheid van de natuur en neemt in de vakantie teken- en pianoles. De geestelijke vorming en het apostolaat van Jeanne krijgen de nodige kracht dankzij de Italiaanse vrouwelijke Katholieke Actie waarbij ze vanaf haar twaalfde is ingeschreven.
Een onuitwisbaar merkteken
In 1942 verliest Jeanne onverwachts haar moeder die dan 53 jaar oud is. Vier maanden later overlijdt haar vader. Van de nog in leven zijnde kinderen Beretta hebben er vier al een vak en drie anderen studeren; Jeanne heeft zojuist haar diploma van de middelbare school behaald. Ze is van plan missiezuster in Brazilië te worden. Intussen begint ze aan een studie geneeskunde in Milaan. Ondanks de moeilijkheden van die tijd (Italië is in oorlog), werkt ze serieus. Wanneer ze zich moe en lusteloos voelt gaat ze naar de kerk: «Wanneer ik moe ben en niet meer kan, hernieuw ik mezelf met een beetje meditatie om met Jezus te spreken». Maar ze lijdt onder haar zwakke punten: «De twee gebreken waarvan u gewag maakt, schrijft ze aan een zuster, zijn zeer waar. Ik ben koppig, ik doe altijd wat ik wil, terwijl ik me onderdanig zou moeten betonen... Ik zal mijn best doen. Wat de naastenliefde aangaat, probeer ik sinds enige tijd, om mijn naaste niet te oordelen, mezelf te overwinnen, maar soms is het echt heel moeilijk». In de vakanties skiet Jeannne en doet ze aan bergbeklimmen. De jaren van studie aan de universiteit zijn een bevoorrechte periode voor het apostolaat. Ze is zeer actief en een en al initiatief en krijgt zodoende veel vriendinnen. Ze organiseert excursies, feesten en spelen met de bedoeling de meisjes aan te moedigen tot liefde voor God en de naaste. «Ze luisterde naar de anderen en sprak weinig, antwoordde met een precisie alsof ze een innerlijke stem hoorde, zal men later van haar zeggen... 's Zomers nam ze haar metgezellinnen van de Katholieke Actie mee naar haar vakantiehuis voor een geestelijke retraite». «Alleen spreken sleept niet mee, maar het voorbeeld geven, wel. De waarheid zichtbaar maken in haar eigen persoon; de waarheid bemind maken door zichzelf aan te bieden als een aantrekkelijk en zo mogelijk heldhaftig voorbeeld... Wees niet bang om God, de Kerk, de Paus en de priesters te verdedigen. We mogen niet onverschillig blijven tegenover die antigodsdienstige en immorele campagne... We moeten handelen, actief zijn op alle gebieden van de maatschappij, het gezin en de politiek. En werken want alle duistere, dreigende krachten van het kwaad zijn verenigd».
Bidden, zelfs als alles ons afleidt
In november 1949 behaalt Jeanne haar doctoraat in de geneeskunde en de chirurgie. Ze specialiseert zich dan in de pediatrie uit liefde voor de kinderen maar ook om dicht bij de moeders te staan. Ze opent vervolgens een privékliniek in Mesero. Ze luistert naar al haar patiënten met veel geduld en vriendelijkheid. Wanneer hun ziekten voortvloeien uit een moreel ongeordend leven, lijdt ze zeer daaronder en komt met overtuigende raadgevingen opdat ze hun gedrag veranderen. Aan de bijzonder arme zieken geeft ze behalve geneesmiddelen ook geld: «Waar zijn geneesmiddelen goed voor als ik een zieke die niet te eten heeft alleen medische zorg verleen?» Jeanne beschouwt haar beroep als een waar apostolaat: «Iedereen werkt tendienste van de mens. Wij, artsen, werken rechtstreeks aan de mens zelf... Het grote mysterie van de mens is Jezus: «Hij die een zieke bezoekt, helpt mij», zegt Jezus... Zoals de priester Jezus kan aanraken, raken wij Jezus aan in het lichaam van onze zieken... Wij hebben gelegenheden om goed te doen die de de priester niet heeft. Onze opdracht is niet volbracht wanneer geneesmiddelen niet meer helpen; de ziel moet naar God worden gebracht, onze woorden hebben een zeker gezag... Wat zijn ze nodig, katholieke artsen!»
Alle wegen van de Heer zijn mooi
De morele en godsdienstige opvoeding van haar kinderen gaan Jeanne zeer ter harte. Zodra ze ertoe in staat zijn laat ze hen iedere avond een aangepast gewetensonderzoek doen door hen te laten nadenken over die en die daad en uit te leggen waarom Jezus daar niet blij mee is. In plaats van ogenblikkelijk een berisping te geven, wacht ze tot het avondgebed om de balans van de dag op te maken. Ze wil haar kinderen niet slaan en ook niet al te zeer haar stem verheffen want, zo zegt ze: «misschien zullen de kinderen hun moeder maar korte tijd bij zich hebben; ik wil niet dat ze een slechte herinnering aan haar bewaren». Het werk uit hoofde van haar beroep belet Jeanne niet haar plichten van echtgenote en moeder na te komen. Na de geboorte van Laura besluit ze echter de uitoefening van de geneeskunde op te geven wanneer ze een vierde kind krijgt.
In augustus 1961 wordt bekend dat ze opnieuw moeder zal worden. Maar in de tweede maand van de zwangerschap voelt Jeanne dat zich van dag tot dag iets hards ontwikkelt naast de baarmoeder dat zowel het leven van haar kind als dat van haar zelf bedreigt: een fibroom dat verwijderd zal moeten worden. Jeanne is zich bewust van de gevaren die ze loopt. Er zijn drie oplossingen voor het probleem: verwijdering van het fibroom en de baarmoeder met het kind erin: daarmee is het leven van de moeder gered maar het kind zal sterven, en ze zal geen andere kinderen meer kunnen krijgen; verwijdering van het fibroom en abortus provocatus: het leven van de moeder zal gespaard worden en zij zal eventueel later weer kinderen kunnen krijgen: maar die oplossing is in strijd met de wet van God; alleen het fibroom verwijderen en proberen de zwangerschap niet te onderbreken: alleen deze derde oplossing laat het kind in leven, maar brengt tegelijk het leven van de moeder ernstig in gevaar. Jeanne, teer beminde echtgenote, gelukkige moeder van drie knappe kinderen, moet kiezen en beslissen: hetzij een oplossing die veiliger is voor haar eigen leven, hetzij de enige oplossing om het leven van het kind te redden: «het kind of ik», het kind of de moeder. Zij beslist ten gunste van het leven dat zich in haar ontwikkelt; ze aanvaardt het risico voor eigen leven. De liefde voor het kind is groter: «Laat men zich geen zorgen om mij maken, als alles maar goed gaat met de baby!» verklaart ze ferm tegenover haar omgeving.
Zichzelf vergeten en zichzelf geven
Desondanks straalt ze van innige vreugde, onuitsprekelijke vreugde omdat ze haar moederschap gered heeft en het leven van haar kind. Ze weet wat «moeder zijn» is: zichzelf vergeten en zichzelf geven. Die liefde voor het heldenmoed vergende moederschap vanwege de opoffering van eigen leven, die put ze uit God, bron van alle vaderschap en moederschap (cf. Ef 3,15). Zonder dat van haar gezicht de glimlach verdwijnt, brengt Jeanne de laatste maanden van haar zwangerschap door in gebed en overgave aan de wil van God, terwijl ze hevige lichamelijke en morele pijnen doorstaat. Op Paaszaterdag, 21 april 1962, brengt ze een dochtertje ter wereld dat bij de doop de naam Jeanne-Emmanuelle ontvangt. Na de geboorte verslechtert de toestand van de moeder. Wanneer de pijn al te erg wordt, kust ze het kruisbeeld, «haar grote troost». Ze vraagt om een priester en ontvangt met overgave de laatste sacramenten. Wanneer ze op sterven ligt herhaalt ze voortdurend: «Jezus, ik houd van U! Jezus, ik houd van U!» Op 28 april, tegen acht uur, blaast Jeanne vredig de laatste adem uit in aanwezigheid van haar echtgenoot die achter haar keuze stond. Iedere dag had ze de Heer gebeden haar de genade van een goede en zalige dood te schenken. Nu ze is ingetreden in het ware Leven dat nimmer zal eindigen, bemiddelt de Zalige die de haren alles behalve in de steek laat, voor hen met een nog grotere liefde dan voorheen.
Eerbetoon aan de moeders...
Wat een strijd moeten zij leveren tegen moeilijkheden en gevaren! Hoevele malen worden zij geroepen de confrontatie aan te gaan met ware «wolven» die vastbesloten zijn leven te ontnemen en de kudde uiteen te drijven! En deze heldhaftige moeders worden niet altijd gesteund door hun omgeving. In tegendeel, de voorbeelden van samenleving die door de communicatiemiddelen vaak geroemd en gepropageerd worden, zijn het moederschap niet gunstig gezind. In naam van de vooruitgang en de moderniteit worden tegenwoordig waarden als trouw, kuisheid, offervaardigheid waarmee talrijke christelijke moeders en echtgenotes zich onderscheiden en zich nog altijd onderscheiden, als achterhaald voorgesteld. Dat heeft tot gevolg dat een vrouw die besluit overeenkomstig haar principes te handelen, zich vaak intens alleen voelt staan.. Alleen, met de liefde die ze niet kan verraden en waar ze trouw aan moet blijven. Haar leidend grondbeginsel is Christus die ons de liefde geopenbaard heeft die de Vader ons in overvloed schenkt. Een vrouw die in Christus gelooft vindt een krachtige steun in deze liefde die alles verdragen heeft. Het is een liefde die haar in staat stelt te geloven dat hetgeen zij doet voor een kind dat ze heeft gemaakt, ter wereld heeft gebracht, als adolescente of als volwassene, ze tegelijkertijd voor een kind van God doet. Zoals de heilige Johannes schrijft in de lezing van vandaag: Wij worden kinderen van God genoemd en wij zijn het ook (1 Joh 3,1). Wij zijn kinderen van God. Wanneer deze werkelijkheid volledig zichtbaar zal zijn, zullen wij aan Hem gelijk zijn want wij zullen Hem zien zoals Hij is (cf. 1 Joh 3, 2)».
De Paus geeft eveneens blijk van zijn vaderlijke bezorgdheid jegens de vrouwen die hun toevlucht tot abortus hebben genomen, met de volgende bemoedigende woorden uit de encycliek Evangelium vitae: «De Kerk weet hoe allerlei invloeden uw beslissing mogelijk bepaald hebben en zij twijfelt er niet aan dat in heel wat gevallen deze beslissing pijnlijk en zelfs dramatisch geweest is. Waarschijnlijk is de wonde in uw ziel nog niet genezen. In feite is en blijft het gebeurde ten zeerste onrechtvaardig. Maar laat u niet ontmoedigen en blijf hopen. Tracht veeleer te begrijpen wat gebeurd is en beschouw het in het licht van de waarheid. Laat, indien nog niet gedaan, in nederigheid en vertrouwen het berouw toe: de Vader van alle barmhartigheid wacht op u om u in het sacrament van de verzoening vergiffenis en vrede te schenken... Geholpen door de raad en de nabijheid van bekwame vrienden, zult u door uw smartelijke getuigenis behoren tot de meest overtuigende verdedigers van het recht van allen op leven... legt u zich erop toe een nieuwe zienswijze op het leven ingang te doen vinden». (n. 99).
«Laten wij allen bidden dat wij de moed zullen hebben het kind dat nog geboren moet worden te verdedigen en het de mogelijkheid te geven om te beminnen en bemind te worden, zei Moeder Teresa. En ik denk dat wij op die manier, met de genade van God, de vrede in de wereld zullen kunnen brengen».
Moge in dit nieuwe jaar Onze Lieve Vrouw en de Heilige Jozef voor ons de vrede verkrijgen die het Woord van God de wereld is komen geven door Vlees te worden!