|
Descarregar com a pdf![]() [Cette lettre en français] [This letter in English] [Dieser Brief auf deutsch] [Esta carta en español] [Questa lettera in italiano] |
19 de setembre de 2019 feest van Onze-Lieve-Vrouw van La Salette |
In 1980 ontvangt een vrouw in Zuid-Tirol, Hildegarde Mayr-Nusser, weduwe sinds vijfendertig jaar, onverwacht een brief van een voormalige Duitse soldaat, Fritz Habicher: «Uw man is gestorven voor Christus, ik weet het zeker. Ik ben ervan overtuigd twee weken met een heilige te hebben geleefd die voortaan voor mij een belangrijk bemiddelaar is bij God.» Deze soldaat van de “Bijzondere Afdeling” van Nazi Duitsland, had een trein met ter dood veroordeelde gevangenen door Duitsland begeleid. Joseph Mayr-Nusser, gearresteerd omdat hij had geweigerd de eed van trouw aan Hitler af te leggen, maakte er deel van uit; hij zal nooit de bestemming van de trein bereiken, maar zal onderweg sterven van uitputting. Op 8 juli 2016 is de erkenning van zijn martelaarschap het voorwerp geworden van een decreet van de Romeinse Congregatie voor heiligverklaringen.
Joseph werd geboren in 1910 op de boerderij Nusserhof, dichtbij Bolzano (Bozen in het Duits), hoofdstad van Zuid-Tirol. Zijn vader die in 1914 wordt gemobiliseerd sterft het jaar daarna aan het front. Maria, de moeder van Joseph, beheert vakkundig het familiedomein. Hoewel zeer druk met de opvoeding van haar kinderen en met haar werk, neemt ze iedere dag de tijd om de Mis bij te wonen. De gebeden en de rozenkrans behoren tot de gewoonten van dit gezin met zes kinderen. De oudste broer, Jakob, zal in 1934 priester worden gewijd. Joseph, Pepi bijgenaamd, is een zeer beweeglijke, speelse, maar ongedisciplineerde jongen. Om verwijten van zijn moeder te voorkomen deinst hij er niet voor terug de handtekening van zijn vader, die dan reeds is overleden, na te doen onderaan de cijferlijst van zijn schoolrapport. Hij corrigeert zich echter snel en wordt een goede leerling. Hij houdt van de natuur, maar mist praktische zin en handigheid voor het werken in de landbouw. De beperkte inkomsten van het gezin stellen hem niet in staat hoger onderwijs te volgen; het lukt hem echter wel het diploma van een handelsschool in Bolzano te behalen.
Het vredesverdrag van Saint-Germain, getekend in 1919, heeft het zuidelijk deel van Tirol, tot dan toe van Oostenrijk, aan Italië toegekend zonder raadpleging van de Duitstalige bevolking van deze streek. Vanaf 1922, wanneer Benito Mussolini aan de macht komt, wordt een politiek van gedwongen italianisering toegepast; naamsverandering van plaatsen, uitsluitend gebruik van het Italiaans op de scholen en in openbare gelegenheden… De bevolking biedt passief verzet door ongemerkt haar taal en tradities te behouden. Joseph studeert Italiaans met het oog op zijn werk, maar thuis en in de kerk spreekt hij Duits of het tiroler dialect. Hij is serieus en leergierig en leest talrijke religieuze boeken. De “Summa theologiae” van heilige Thomas van Aquino en de geestelijke geschriften van martelaar heilige Thomas More worden zijn lievelingsboeken. Hij zet zich volledig in voor de beweging van de Katholieke Actie en wordt er de plaatselijk verantwoordelijke van. Aalmoezenier, eerwaarde Joseph Ferrari, is zijn biechtvader.
De harten winnen
In 1931 wordt Joseph voor de militaire dienst opgeroepen en legt de eed van trouw af die wordt geëist van alle Italiaanse soldaten; Paus Pius XI had de katholieken toestemming gegeven die burgerlijke eed af te leggen met de evidente morele restrictie: «behoudens de geboden van God en zijn Kerk». Na afloop van de achttien maanden dienst die hij zonder enthousiasme heeft vervuld, keert Pepi terug naar Bolzano waar hij werkt als handelsagent van de firma Eccel. In 1932 wordt hij lid van de Vincentius a Paulo Conferenties; hij gaat op huisbezoek bij arme, vaak bejaarde of aan hun lot overgelaten mensen. In 1937 wordt hij, hoewel nog jong, benoemd tot voorzitter van een nieuwe Conferentie in Bolzano. Hij wordt inderdaad gewaardeerd om zijn gevoel voor samenleven, zijn organisatietalenten en zijn geestelijke diepzinnigheid. In een artikel van het “Tijdschrift van Sint Vincentius”, schrijft hij over zijn ervaring ten behoeve van hen die de armen bezoeken: «Het vermogen om te luisteren is het geheim voor het snelst winnen van harten. Heel vaak is de confrater de enige persoon aan wie de arme zich kan toevertrouwen: hoe gelukkig is hij wanneer hij ziet dat iemand begrip heeft voor zijn moeilijkheden, die met geduld luistert naar alles wat hij te zeggen heeft. Laten we de stoel nemen die hij ons aanwijst, zelfs al is die niet zo schoon, laten we erop gaan zitten en laten we van harte en met open geest luisteren naar wat de arme ons zegt over zijn zorgen en zijn nood. Gedeelde smart is halve smart. Dit luisteren is nog kostbaarder dan de cheque die we hem zullen geven. Ons tegenover hem te zien zitten maakt het hem mogelijk te zien wie zijn bezoeker is: de leerling van de Verlosser die ons broederliefde heeft geleerd of meneer X, de liefdadigheidsambtenaar.» Maar Joseph tekent er zorgvuldig bij aan: «Het gaat niet alleen om materiële steun aan armen. De Confraters hebben nog een andere taak: spirituele steun aan armen… Meer dan hun wereldlijk welzijn moeten we op de eerste plaats zorgen voor hun geestelijk heil.» In 1934 wordt Joseph gekozen als verantwoordelijke van de mannelijke katholieke jeugdbeweging voor het Duitstalige deel van het aartsbisdom van Trente. De bijeenkomsten van de katholieke jeugdbeweging vinden in alle discretie plaats in afgelegen chalets, om de wantrouwige politiecontrole te ontlopen. Sport, spel, zang, muziek krijgen alle aandacht, maar het doel blijft «vestiging van het Rijk van Christus in ons vaderland». In 1939 zullen 72 verenigingen van de katholieke jeugd actief zijn in het gebied dat is geplaatst onder het gezag van Joseph. Ieder dorp wordt bezocht, en de christenen worden er aangemoedigd te volharden in hun geloofsleven.
Een scherpzinnige vaststelling
In 1936, tijdens een bezoek aan Bolzano van de hulpbisschop van Trente, doet de jonge verantwoordelijke een scherpzinnige vaststelling: «Onze streek is bijna voor 100% katholiek, als we de Doopcertificaten bezien. Maar hoevelen kunnen werkelijk beschouwd worden als goede katholieken? Wellicht nauwelijks 10%. Het oud liberalisme dat sinds de vorige eeuw zo geïnfiltreerd is, neemt nog altijd sterke posities in. Het economisch, sociaal en cultureel leven is diep besmet door dit liberalisme. Voor heel wat katholieken is de religieuze praktijk iets geworden waar men zich van afmaakt voor de vorm en waar men zich graag zo snel mogelijk van zal kunnen bevrijden… Maar wij zijn christenen, en de christen moet uiteindelijk altijd optimistisch zijn. Onder ons staat nu een jeugd op die walgt van deze oppervlakkigheid, van deze materialistische, hedonistische moderne cultuur. Deze jeugd weet wat het uiteindelijke doel van de schepping is: de verheerlijking van God; zij verwerpt iedere scheiding tussen twee wereldvisies: die van een privéleven waarin men christen is en die van een openbaar leven waarin men atheïst zou zijn. Zij streeft naar verheerlijking van God niet alleen privé, maar eveneens in het werk van alledag en in het maatschappelijk leven… Alleen als wij God de eer brengen die Hem toekomt, niet alleen in de Kerk, maar ook in ons werk en in het openbaar leven, zal het tweede deel van de Kerstboodschap werkelijkheid worden: ...Vrede op aarde aan de mensen van goede wil.» Joseph drukt zo zijn instemming uit met wat de encyclieken Quas primas en Quadragesimo anno, recentelijk gepubliceerd door Paus Pius XI, leren.
Veelvuldig bijwonen van de Mis is een fundamenteel onderdeel van zijn christelijk leven: «Deelname aan het Misoffer en toegang tot de Communiebank betekenen voor ons nieuwe krachten opdoen voor de dagelijkse strijd die wij moeten voeren tegen alle duistere machten die ons heil bedreigen.» Daarvoor beginnen de jongeren van de Katholieke Actie aan de restauratie van een mooi kerkje, Saint-Jean. Pastoor Ferrari geeft ze missalen die de Latijnse tekst en de Duitse vertaling ervan bevatten, iets wat nog weinig voorkwam in die tijd.
De enige “gids”
Drie jaar nadat Adolf Hitler aan de macht was gekomen in Duitsland, maakt Joseph voor de eerste keer een toespeling op de geestdrift voor Hitler waar veel Tirolers zich door laten meeslepen: «Wat we zien op het gebied van de Führer (Gids) cultus is vaak niets anders dan heidens gedrag. Het is de taak van de Katholieke Actie de massa’s te laten zien dat de enige “gids” die recht heeft onbeperkt gezag en macht uit te oefenen Christus, Onze Gids, is. Twee grote stromingen staan lijnrecht tegenover elkaar: de ene waarvan de leuze is “de wereld voor Christus”, de andere die Satan eert als zijn hoogste Führer.» De politieke toenadering die op gang kwam in 1936 tussen Nazi Duitsland en fascistisch Italië loopt in mei 1939 uit op het Stalin Pakt, offensieve en defensieve alliantie van de twee grootmachten. Zuid Tirol, opgeëist door Duitsland, is het enige twistpunt. In oktober komt Hitler met Mussolini tot een compromis: de Zuid Tirolers die willen zullen het recht krijgen naar Duitsland te emigreren, waar men hen een toelage zal verstrekken; zij die in het land willen blijven zullen moeten aanvaarden dat ze hun cultuur opgeven om 100% Italiaans te worden. Van de Duitstalige bevolking van Zuid Tirol, die te lijden heeft van de economische armoede en de plagerijen van fascistisch Italië, kiest 80% voor emigratie naar Duitsland (velen zullen echter niet kunnen vertrekken vanwege de oorlog). De familie Mayr-Nusser, overtuigd door pastoor Ferrari, besluit te blijven. De Zuid Tirolers die het land niet verlaten organiseren zich vanaf de herfst van 1939 in de vereniging Andreas Hofer (vernoemd naar een held van het Tirools verzet tegen de napoleontische invasie) wordt in het grootste geheim opgericht, met het oog op de verdediging van de Tiroolse cultuur en identiteit. Joseph Mayr-Nusser voegt zich bij deze verzetsbeweging: bij hem thuis worden geheime bijeenkomsten gehouden.
Vanaf 1928 werkt Joseph in nauw verband met Hildegarde Straub, zijn hiërarchische superieure in de maatschappij Eccel. Hildegarde voert zoals hij strijd in de Katholieke Actie. Hij vraagt haar ten huwelijk, maar daar zij tot een maatschappelijk hoger geplaatst milieu behoort, aarzelt ze. De kwaliteiten van verstand en hart die ze bij Joseph ontdekt doen haar evenwel besluiten het aanzoek te aanvaarden. Het huwelijk wordt op 26 mei 1942 gesloten. Joseph kan, dankzij de encycliek Casti Connubii van Pius XI (1930), verwijzen naar een zeer volledige katholieke leer over het christelijk huwelijk dat door Christus is verheven tot de waardigheid van sacrament, en over de complementariteit van het mannelijk en vrouwelijk geslacht. De jonggehuwden gaan op huwelijksreis naar Rome waar ze op het Vaticaan logeren; ze ontmoeten er talloze joden die door Paus Pius XII zijn ondergebracht, in afwachting van visa voor de Verenigde Staten. Hildegarde waardeert de kwaliteiten van haar echtgenoot, zijn genegenheid, zijn liefdevolle aanwezigheid, zijn geduld en zijn positieve blik op de anderen, in het bijzonder op de geestelijkheid die hij nooit zal bekritiseren. Op 1 augustus 1943 maakt de geboorte van een kleine Albert het echtelijk geluk compleet.
Maar de politieke situatie neemt een dramatische wending. Op 9 juli 1943 zijn de Geallieerden (Amerikanen en Engelsen) geland op Sicilië. Twee weken later wordt Mussolini afgezet door de leiders van de fascistische partij; in september zet koning Victor-Emmanuel III Italië aan tot capitulatie en voegt zich bij het geallieerde kamp. Daarop ontwapent het Duitse leger de Italiaanse troepen en bezet het schiereiland. Zuid Tirol wordt bestuurd door het Duitse Reich. Dat wordt voortaan belaagd op drie fronten door de Sovjets en de Engelsen. De nazi’s roepen de Zuid-Tiroolse mannen op voor het leger. Hoewel Italiaans burger uit keuze, wordt Joseph gemobiliseerd, eind augustus 1944. Om represailles tegenover zijn familie te voorkomen ziet hij ervan af zich niet te melden, maar drukt wel zijn vrees uit in de Waffen-SS terecht te komen, dat parallelle leger dat door Himmler bedacht is; als zeer opgezweepte lieden, hebben de SS zich onderscheiden door talloze gewelddadigheden. Joseph is vastbesloten tot iedere prijs te weigeren orders op te volgen die tegen zijn door de christelijke leer verlichte geweten ingingen. Op 7 september 1944, met 80 andere rekruten, vertrekt Joseph naar Konitz, in Oost-Pruisen, het tegenwoordige Polen. Joseph schrijft aan zijn vrouw: «Maak je geen enkele zorg om mij, schat, want wij zijn in Gods hand. Neem me niet kwalijk dat ik het over heel materiële zaken met je heb, maar ik zou het op prijs stellen wat warme kleren te ontvangen. En ook iets om mijn maag mee te vullen. De staat van oorlog is overal zichtbaar, hier in het Reich.»
Een zeer harde doorn
Joseph en zijn kameraden worden onderworpen aan een uitzinnige militaire training en een continue indoctrinatie; tot zijn groot misnoegen dragen zij het SS uniform. Hij vertrouwt met veel tact zijn echtgenote toe dat hij voornemens is te weigeren de eed van onvoorwaardelijke trouw aan Hitler af te leggen, en voegt daaraan toe: «De gedachte dat mijn beslissing jou in de ellende zou kunnen storten is voor mij een zeer harde doorn in het hart… Maar de zekerheid, beste vrouw, dat jij me begrijpt en mijn zienswijze deelt, betekent voor mij een enorme troost. Jouw gebed zal voor mij een kracht zijn op het beslissende moment.» Joseph hoopt echter dat hij kan rekenen op het begrip van zijn superieuren en dat hij de eed niet zal hoeven afleggen, zoals een van zijn Zuid-Tiroolse kameraden. Aan het eind van zijn opleidingsperiode komt de verantwoordelijk sergeant van de compagnie vertellen dat 80 rekruten de volgende dag, 5 oktober, worden opgeroepen de eed van trouw van de SS af te leggen, waarvan de tekst luidt: «Aan jou, Adolf Hitler, Führer en Kanselier van het Reich, zweer ik trouw en moed. Aan jou en aan de door jou aangestelde leiders zweer ik gehoorzaamheid tot in de dood. Moge God mij helpen!» Joseph steekt zijn hand op en verklaart dat hij de eed niet kan afleggen. De sergeant gaat dan de compagniecommandant halen die de jongeman vraagt naar de redenen van zijn weigering. Joseph antwoordt dat hij de eed niet kan afleggen om godsdienstige redenen. De officier vraagt hem: «U bent dus niet voor 100% – Nee, dat ben ik niet!» antwoordt Joseph kalm hem recht aankijkend. De compagniecommandant vraagt hem dan zijn weigering schriftelijk vast te leggen, hetgeen hij terstond doet erbij aantekenend dat hij de eed weigert «om godsdienstige redenen». De versteende kameraden van Joseph hebben het gevoel dat hij zojuist zijn doodvonnis heeft getekend. Een paar dagen eerder had zijn kamergenoot, Hanskarl Neuhauser, tegen Joseph gezegd toen deze hem zijn voornemen toevertrouwde geen eed af te leggen: «Ik geloof niet dat God dit van ons vereist.» Joseph had hem geantwoord: «Als niemand ooit de moed heeft tegen ze te zeggen dat hij het niet eens is met hun nationaalsocialistische ideologie, dan zal de situatie nooit veranderen.» Hij wist dat deze beslissing hem op zijn minst zijn vrijheid zou kosten, zo niet zijn leven, maar zijn geweten gebood hem aldus te handelen. Op de dag zelf wordt hij gevangen gezet en wordt er een proces wegens verraad tegen hem aangespannen.
Een urgent getuigenis
Op 12 november schrijft Joseph uitvoerig aan Hildegarde in de hoop haar gerust te stellen en te troosten. Hij verlangt er vurig naar haar weer te zien, zij en hun kleine Albert: hij zegt zeker te weten dat hun liefde deze zware beproeving zal doorstaan en er gesterkt uit tevoorschijn zal komen. «Mijn geloofsbelijdenis zal je in onmetelijke smart storten. De urgentie van een dergelijk getuigenis is voortaan onafwendbaar. Twee werelden staan hier tegenover elkaar. Mijn superieuren hebben al te duidelijk laten zien dat zij al wat voor ons katholieken heilig is en waar wij geen afstand van kunnen doen… haten en weigeren. Hildegarde, mijn lieve vrouw, wees sterk! God zal ons nooit verlaten, jou en mij! Wanneer de Heer een offer vraagt, geeft hij de kracht dit te brengen. Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking wellicht of nood, vervolging, honger, naaktheid, levensgevaar of het zwaard… (cf. Rom 8,35). Dat had ik nog nooit zo diep gevoeld als vandaag… Hier heb ik noch vriend met wie ik mijn geloof kan delen, noch religieuze steun: wat valt me die afwezigheid zwaar! Maar hoe zeer troost mij ook de gedachte aan al die mensen die voor mij bidden, in het thuisland.» Op de 14e wordt hij overgebracht naar Danzig om te worden berecht door een militair tribunaal. Op 5 december bedankt hij onstuimig zijn vrouw voor haar brieven die door de rechter naar hem zijn doorgestuurd: hij moedigt haar aan te blijven hopen en zich over te geven aan de Voorzienigheid. Het zal zijn laatste teken van leven zijn. Op 5 april 1945 zal Hildegarde officieel worden medegedeeld dat «soldaat SS Joseph Mayr-Nusser is overleden aan een bronchopneumonie op het station van Erlangen».
De brief van Fritz Habicher aan de weduwe van Joseph maakte het mogelijk te weten te komen onder welke omstandigheden haar man was overleden. Begin februari 1945 werd Habicher onder dwang gerekruteerd en belast met vier andere SS-ers om een konvooi van militairen die ter dood veroordeeld waren wegens weigering de wapenen te dragen, te begeleiden. Joseph Mayr-Nusser, een van de veroordeelden, wordt aan de vijf bewakers gepresenteerd als een verrader die zijn kameraden midden in de strijd in de steek heeft gelaten. Maar Fritz wordt getroffen door de zachtmoedigheid van Joseph, zijn beminnelijkheid en zijn manier te bedanken voor de kleinste attenties: hij vermoedt dat hij niet de verrader is zoals die werd afgeschilderd. Op het station van Danzig worden de veroordeelden opgesloten in een wagon en zo goed als zonder voedsel en drank tien dagen lang door een geruïneerd Duitsland gereden. De trein komt aan in Erlangen, dichtbij Nürnberg: daar de wegen in slechte staat verkeren kan het konvooi niet verder. Joseph lijdt aan een oedeem vanwege de honger en ernstige diarree. De gevangenen krijgen een beetje voedsel, maar mogen de wagon niet verlaten. Na een week krijgt de officier konvooi eerder toestemming de zieksten, waaronder Joseph, naar een kazerne die is omgevormd tot hospitaal over te brengen. Ze moeten meerdere kilometers door de stad lopen: tenslotte is Joseph volledig uitgeput en moet door zijn kameraden gedragen worden. Na lag wachten stuurt de arts hem terug naar de wagon met de verklaring dat hij de volgende dag op consult moet in het hospitaal: hij beweert dat hij niets ernstigs heeft. Joseph aanvaardt dit vonnis met zachtmoedigheid. Hij wordt teruggebracht naar het station van Erlangen en hij bedankt zijn kameraden hartelijk: «Moge God jullie alles vergoeden!» Enkele uren later, in de nacht van 23 op 24 februari 1945 sterft Joseph alleen in de wagon, zonder de steun van een priester (die de SS-ers niet nodig hadden geacht om op te roepen). Naast het lichaam vindt Habicher een Nieuw Testament, een missaal en een rozenkrans: vanaf dat moment staat het vast dat zulk een voorbeeldig christen zijn kameraden niet heeft kunnen verraden. Hij en de andere SS-ers begraven hem met militaire eer, in aanwezigheid van een priester uit Erlangen.
In 1947 bevestigt een autopsie op het lichaam de oorzaak van zijn overlijden: Joseph Mayr-Nussr is «gestorven van de honger». In 1958 wordt zijn lichaam overgebracht naar Bolzano: hij zal in 1963 binnen de geheel nieuwe kerk van Lichtenstern, die is opgedragen aan H. Jozef, worden begraven. In 2005 wordt daar een gedenkteken voor hem opgericht; bij de zegening ervan heeft de bisschop van Bolzano-Bozen, Mgr. Wilhelm Egger, verklaard: «Tegenwoordig leven wij in een zogenaamde vrije maatschappij en toch bestaat er enorme, dwingende morele druk waaraan onze gezinnen en vooral de jongeren moeilijk kunnen ontsnappen, een druk ten gunste van seksuele vrijheid, huwelijksontrouw, scheiding… Joseph Mayr-Nusser kan ons een voorbeeld geven van trouw aan het geweten, boven de waan van de dag die altijd in beweging is. De idealen waarvoor Nusser is gestorven, naastenliefde, geloof, vrijheid, zouden de opvoedingsidealen moeten zijn waar elke gezinskern behoefte aan heeft.»
Hij heeft overwonnen
Op 18 maart 2017 heeft Joseph Mayr-Nusser in Bolzano de eer van zaligverklaring ontvangen onder voorzitterschap van kardinaal Angelo Amato. De volgende dag zei Paus Franciscus, bij gelegenheid van het Angelus op het Sint Pietersplein in Rome: «Vanwege zijn grote morele en geestelijke statuur is de zalige, als martelaar gestorven omdat hij weigerde het nazisme te omhelzen uit trouw aan het Evangelie, een voorbeeld voor de lekengelovigen.» Voor Mgr. Ivo Muser, de huidige bisschop van Bolzano, «heeft Joseph Mayr-Nusser ons in de huidige tijd veel te zeggen. Hij is niet alleen degene die geweigerd heeft de eed op Adolf Hitler af te leggen: hij is degene die zich gevoed heeft met en geleefd heeft van de christelijke identiteit. Ik zie in deze moedige en ongemakkelijke figuur, die ons confronteert met een donker en pijnlijk hoofdstuk uit onze geschiedenis, vooral een geloofwaardige en coherente getuige van de trouw aan zijn eigen geweten: een geweten dat is afgestemd op het Evangelie en op de leer van de Kerk. De zalige Joseph heeft gehandeld in de Bijbelse overtuiging dat men God meer moet gehoorzamen dan de mensen (Hand 5,29). En nu mogen en moeten wij met overtuiging belijden: Joseph Mayr-Nusser is overwonnen door een systeem dat de mens veracht en vernietigt, maar in de ogen van God heeft hij het overwonnen!»
Laten we zalige Joseph vragen onze voorspreker bij God te zijn zodat ook wij de moed zullen hebben zijn voorbeeld van volmaakte trouw aan de Heer te volgen.